zaterdag 3 september 2022

notitie 286

CINEMAZEDEN

Een paar dagen geleden schreef ik een tekst over een door etende medebezoekers verstoorde bioscoopervaring. Daar kwam heel wat reactie op, met – tot op dit moment – liefst 75 opmerkingen. De meeste instemmend, maar ik kreeg toch ook de wind van voren. Ik heb weer het een en ander bijgeleerd. (Klik hier voor de hele 'draad'.)

De belangrijkste les, voor mij, is dat ik ten onrechte dacht dat het vanzelfsprekend is dat je in je gedragingen rekening houdt met anderen. Dat is dus blijkbaar niet zo. Ik formuleer het hier enigszins lapidair om de draagwijdte van deze conclusie ten volle tot me te laten doordringen: wat ik evident achtte, namelijk dat je in je gedragingen rekening houdt met anderen, is dat dus niet. Of niet meer. Blijkbaar heb ik, boomer, iets niet zien veranderen. Blijkbaar ben ik niet alert genoeg geweest.

Een van de zaken die veranderd zijn, is dat mij totaal onbekende personen het zich veroorloven om mij op een tamelijk assertieve wijze adviezen te geven met betrekking tot de manier waarop ik mijn leven moet leiden. Zo besluit Leandro Vanmassenhove de discussie: ‘Het feit dat je hier iets over schrijft is gwn zielig, heb je niets beters te doen met je leven dan klagen over hierover? Zoek een hobby’. Nieuwsgierig geworden door deze constructieve bijdrage, ga ik eens kijken op de tijdlijn van Leandro Vanmassenhove, met wie ik overigens niet geconnecteerd ben. Ik vind daar niets: geen berichten, geen profielfoto, niets. Ook geen leeftijd, dus. Deze Leandro Vanmassenhove is met andere woorden een sluipschutter die vuurt en dan weer verdwijnt. Niet echt een volwaardige gesprekspartner dus.

Gelukkig is de discussie bij momenten interessanter geweest.

Een eerste keer schrikken is het wanneer ik Thomas Barbier, boekhandelaar hier ter stede, een standpunt zie verdedigen dat mij – ik beken het eerlijk – tot op het moment dat ik er kennis van nam werkelijk totaal vreemd was. Nooit eerder had ik er zo over nagedacht. Barbier vindt het ‘een kwestie van perspectief’. De houding van de etende medebezoekers is volgens hem even verdedigbaar als die van mij. Als hun gedrag mij stoort, moet ik daarover met hen ‘een actieve interactie’ aangaan. Ik moet ‘even afstemmen wat voor beiden werkt’. Er is met andere woorden geen voorafgaande – al dan niet uitgesproken – conventie over hoe zich in een openbare ruimte, in dit geval een bioscoop, te gedragen. Dat moet telkens opnieuw onderhandeld worden. Ik antwoord Thomas Barbier: ‘Ik aanvaard maar één perspectief, en dat is dat van de (onuitgesproken of door reglementering afgedwongen) conventies betreffende een bepaalde ruimte. In een kerk doe ik mijn hoed af. Op de trein plaats ik mijn geschoeide voeten niet op de bank. In een boekhandel kraak ik geen ruggen, ja, begin ik zelfs niet in een boek te lezen – hoogstens de eerste zin en de tekst op het achterplat. In een cinemazaal ben ik stil. Zo stil mogelijk. Punt uit, daarover valt wat mij betreft zelfs niet te discussiëren. Als die conventie door permissiviteit of onachtzaamheid of ondoordachte fondsenwerving door de uitbater zelf wordt uitgehold [dit slaat op het feit dat de cinema zelf bij het loket voedingswaren verkoopt], ontstaat er een andere conventie, maar dan zal het zonder mij zijn. Zolang dat niet het geval is, zal ik mij verzetten tegen dit soort sociale verloedering – want dat is het. En zeg nu niet dat ik mij druk maak om een bagatel. Dat is het natuurlijk, maar hij is exemplarisch voor een hele maatschappelijke ontwikkeling.’

Ik begon stukje van een paar dagen geleden met de opmerking dat Brugge een kleine stad is. Dat bleek ook in de reacties eronder want de ‘medebezoekers’ roerden zich ook: de vrouwen wier storende eetgedrag ik had gehekeld. Zij leken het standpunt van Thomas Barbier te volgen: ‘U huurt misschien best de zaal alleen af in het vervolg en anders kunt u ook als volwassen mens uw mond opendoen en zéggen wat uw probleem is in plaats van met uw hoofd te draaien zonder meer. Mensen spreken mensen. Nietwaar?’

Het is dus mijn probleem – er staat: ‘uw probleem’. Niet dat van hen, dus.

Oké. Dat weten we dan ook weer.

Ik laat het laatste woord aan onze moedige sluipschutter: ‘Is 2022 stop met zagen en laat hun doen als het je zo stoort ga ergens anders zitten. Het is een cinema daar hebben mensen nu eenmaal popcorn of wat dan ook.’

Zo is dat, daar valt geen speld tussen te krijgen. Mijn idee dat je niet eet in de cinema is achterhaald, niet meer iets van 2022. Het is ‘nu eenmaal’ zo.

Of toch niet. Een van de personen die reageerde, vertelde over een openluchtconcert van Leonard Cohen dat hij meemaakte: ‘daar komt een groepje van 5 personen voor je neus zitten met drank en frieten lustig kwebbelend alsof ze daar alleen zitten. Waarom doen ze dat?!’ Deze man – een al wat oudere man – stelt een aantal vragen niet of hooguit impliciet: Wat doe je eraan? Wat kùn je eraan doen? Wie grijpt in? Of leg je je erbij neer dat die vijf personen het recht hebben om de concertervaring van anderen te verstoren?

Iets dergelijks deed zich voor tijdens het dansfeest dat op 20 augustus plaatsvond in het Brugse Visartpark. Enkele honderden belangstellenden hadden, na drie jaar corona, erg uitgekeken naar dit zogenaamde ‘bal populaire’. Er was zo veel volk op afgekomen dat er nauwelijks plaats was op de dansvloer. Zeker ook omdat daarop een groepje jongemannen had postgevat. Ze bleven er heel de avond staan. Niet dansend, maar gewoon staand en dus plaats innemend. Ze blokkeerden de hele dansvloer en verstoorden het plezier van tientallen aanwezigen. De jongemannen aanspreken en verzoeken om náást de dansvloer te gaan staan – wat ik zelf samen met een aantal anderen deed – hielp niets. Een snak en een beet was wat je kon krijgen. Niemand greep in.

Dat is de centrale vraag: wie grijpt nog in? Wie doet het juiste wanneer anderen overduidelijk niet het juiste doen? Wanneer de consensus over wat het juiste is, is geërodeerd. Wanneer elk perspectief evenwaardig is en elke situatie opnieuw moet worden onderhandeld.

Ik zal er mijn Klemperer eens op nalezen. Misschien vind ik daar een antwoord.