dinsdag 6 september 2022

Nir Bergman, Here we are

notitie 289

 

SCHUIFDEUREN

 

Ik zou mijzelf niet graag de opdracht geven een film te maken over een vader en een autistische zoon. Het gevaar van clichés en sentimentalisme is levensgroot. Hoe beide valkuilen te vermijden? En dan moet het nog realistisch blijven. Maar wat is in een dergelijke situatie realistisch? Hoe kunnen wij dat weten?

De Israëliër Nir Bergman heeft zich eraan gewaagd en ik moet zeggen, ik zeg het gráág: hij is erin geslaagd de valkuilen te omzeilen. Een meesterwerk is Here we are zeker niet, maar de film wekt wel degelijk empathie en een gepast mededogen op. En ja, ook sympathie voor de vader – én de moeder – die worstelt/worstelen met het moeilijke probleem: wat te doen met een volwassen geworden, toch wel ernstig autistisch kind van een gescheiden ouderpaar?

De moeder krijgt de rol toebedeeld van de pragmatische, realistische ouder. Zij denkt dat het beter is dat Uri, de zoon, naar een instelling verhuist. De vader is een dromer, die zijn kind niet uit handen wil geven omdat hij ervan overtuigd is dat zijn thuis nog altijd de beste plek is om te verblijven. Daar is er plaats voor al zijn eigenaardige ritueeltjes, gewoontetjes, proceduretjes. Daar wonen de goudvissen waar hij zo aan gehecht is. Daar kan hij gerust de duisternis van de nacht in, elke avond opnieuw. Om dan weer te ontwaken in een vertrouwde omgeving.

De vader, in het nauw gedreven door het onvermijdelijke, slaat op de vlucht met zijn zoon. Ze maken een reis door Israël, komen aan in een badplaats, gaan op bezoek bij Uri’s oom, komen in een stad waar er een kermis is, enzovoort. De zoon is uiteraard in de war, de vader op zijn manier ook. Uiteindelijk zal hij zijn ongelijk moeten toegeven.

Soms valt er met de jongeman geen land te bezeilen. Zo vormen automatische schuifdeuren een onoverkomelijk probleem. Uri durft niet over de drempel, hij begrijpt niet dat de deur vanzelf opengaat. Hij begrijpt het mechanisme van het elektronisch oog niet. Zijn vader omzeilt het probleem door een knop te tekenen op de deurstijl. Hij laat zijn zoon op die getekende knop duwen, om hem dan vervolgens tot voor de deur te leiden die, jawel, opengaat.

Later in de film, nadat de vader heeft aanvaard dat hij zijn zoon moet achterlaten in een instelling, wordt dit gegeven terug opgepikt. Het is net niet sentimenteel, maar het scheelt niet veel. Het lukt Bergman nog net om niet te rekenen op te gemakkelijke reflexen.

De vertolking door Noam Imber van een zwaar autistische jongeman is zeker verdienstelijk, maar het liefst zag ik toch Shai Avivi de rol vertolken van de kwetsbare, idealistische, tegen de heersende consensus in het goede betrachtende en al wat ouder wordende vader.

 

Nir Bergman, Here we are (2020)