vrijdag 2 oktober 2020

vorig jaar 246

190920

Een lezing door Korneel De Rynck over de jaren vijftig onder de uitdagende titel ‘Vroeger was alles anders’. Veel leer ik niet. De Rynck beperkt zich tot weetjes over en beelden van het wonen, de voeding, de ontspanning, de mobiliteit enzovoort. Zijn benadering is antropologisch, hij belicht het gewone, alledaagse leven van de gewone mensen. Veel van die zaken heb ik zelf nog meegemaakt, tot diep in de jaren zestig. In de leeszaal van de Biekorf stijgen vaak zuchten van herkenning op: jajaja, zo was dat – gôh ziet dat eens, ik was dat vergeten. Een leuk overzicht, maar ik had van een historicus toch wel wat meer diepgang en duiding verwacht. En het waarschuwt me voor het gevaar dat iets dergelijks ook in mijn LVO zou binnensluipen, dat ik mij overgeef aan een nostalgische kleurboek met veel couleur locale, dat de lezer alleen maar tot geeuwen aanzet. * (…) * (…) *

 

190921

Ik was naar de vernissage van Guido Dobbelaere in de Bogaerdekapel gegaan uit loyaliteit: de man is bijna negentig en ik heb bewondering voor zijn hardnekkige doorzettingsvermogen. Tegen de wanden hingen een twintigtal abstracte marine-achtige schilderijen. Beelden van zee en storm, enigszins zoals de doeken van Thierry De Cordier, maar dan minder groot en minder zwart en minder goed geschilderd. Guido schrijft ook poëzie. Op de een of andere, voor mij ondoorgrondelijke manier laat hij beide disciplines in elkaar overvloeien. Ik kan mij buigen over die vraag want ik kocht (…) de met reproducties van de doeken geïllustreerde bundel Leestekens van de overtocht. Er was bijzonder veel volk op de vernissage, de hele kapel was volgelopen. Heel wat bekenden: F. en M., de dochters van G., S. en H., J., J., J. en R., T., P.… (…) A. was er ook en ja, de dames van de leesclub in Jabbeke begroetten mij allerhartelijkst. (…) (Mark Lambrecht speelde op cello de wondermooie Elegie voor Sebastian Knight van de mij onbekende Finse componist Aulis Sallinen) (…) * Formidabel, hoe Joël Dicker je in zijn verhaal meesleurt. Ze zijn onweerstaanbaar, die eerste hoofdstukken van De waarheid over de zaak Harry Quebert. * (…) * Geen goede film, vind ik, dat Happy End van Michael Haneke, maar mijn geliefde regisseur weet toch goed de kloof in kaart te brengen die er door toedoen van de moderne communicatietechnologie is ontstaan tussen de oude (Trintignant) en de jongere generaties. Met name het kind loopt totaal verloren in de nieuwe parallelle wereld, zoals die ook door Alessandro Baricco in The Game wordt beschreven, zij het dat Baricco dat niet met afkeuring doet. Het kind (haar naam in de film ontglipt me nu even) laat zich meeslepen door fake conversaties en wordt het slachtoffer van de onduidelijkheid die ontstaat nopens de grenzen tussen privé en openbaar. In haar contact met de stiefgrootvader kan zij enkel nog een soupçon ontwaren van wat een werkelijke relatie met zo’n oude man ooit zou kunnen geweest zijn. De stiefgrootvader van zijn kant vindt in het kind geen soelaas voor zijn verbittering. Het is, typisch Haneke, een wrede film, maar niet zonder mededogen voor de mens, die maar geen afdoend antwoord weet te verzinnen op zijn sterfelijkheid en op de ijdelheid van elk streven. *