donderdag 7 mei 2015

idiosyncratische synesthesieën 13-15




13

De jonge kunstenaar ontwikkelde in een interview voor de krant de idee dat de paal die naast de jonge boom staat om de jonge boom recht te houden, zelf ooit ook een jonge boom is geweest, en ik vroeg me af of hij dat van zichzelf had.


14

Het avondlicht viel onder een donkere wolk door op het lentegroene weiland naast het spoor en op de populieren met de pas ontloken bladeren. Het zette een rosse gloed af op de uit baksteen opgetrokken huizen en de pannen op hun daken. Ik vroeg mij af of ik hier ook zo van zou genieten indien er altijd zo'n licht zou zijn. Het Portugese koppel dat de hele rit, hoewel toch niet meer zo jong, hand in hand tegenover mij had gezeten, stapte samen met mij uit om mijn stad met hun nieuwe ogen te zien.


15

‘Je kunt je geld niet mee naar boven nemen.’ De man naast ons op het terras was tachtig en had vorig jaar, net nadat hij zijn vrouw had verloren, de lotto gewonnen. Hij onderhield tien pleegkinderen in Afrika, steunde het Kankerfonds en bood ons een drankje aan.