vrijdag 4 april 2014

driekleur 145


Aan mijn voeten liggen mijn bezittingen. Kilometers en kilometers in de omtrek geen menselijk oog dat er op vallen kan: de zeventien lucifers die ik te drogen gelegd heb op de platte steen, ze zijn nu droog, de afgewikkelde huls van het lucifersdoosje, vier rechthoeken: blauw, zwart, geel met rood, zwart. Droog. Zeventien sigaretten; bruine drab is opgetrokken in hun witte doktersjasjes, maar ze zijn droog. Kaarten (droog). Aantekenboek, droog. Slaapzak.

W.F. Hermans, Nooit meer slapen, 198-199