vrijdag 1 maart 2013

los ingeslagen 79


Dag P. (C.),

Tja.

Wat zijn overigens de beweegredenen achter het vertaalbeleid van uitgeverijen? Zo stelde ik vast dat De Arbeiderspers een nieuwe vertaling heeft uitgebracht van De Toverberg. Ik had net, voor een leesclub, een derde keer de meesterlijke – en indertijd (1975) net niet met de Martinus Nijhoff bekroonde – vertaling van Pé Hawinkels achter de kiezen toen ik het merkte. Vervelend, want natuurlijk zou een aantal leesclubleden de nieuwe vertaling hebben gelezen, en daarvan zou dan weer de paginering niet kloppen, enzovoort. Tijdens de leesclubvergadering werden we geconfronteerd met de (grote) verschillen in beide vertalingen. De nieuwe vertaling van Hans Driessen leek, mikkend op een hedendaags Nederlands, de typische Manniaanse archaïserende gezwollenheid, die Hawinkels nu net zo trefzeker had weten weer te geven in een voor de tijd waarin hij zijn vertaling afwerkte ook al tamelijk (gewild) oubollig Nederlands, uit de weg te willen gaan. Bij elk fragment waarvan we beide vertalingen met elkaar vergeleken, haalde Hawinkels probleemloos de bovenhand. En zo had ik zijn vertaling ook gelezen: op geen enkele manier liep ze stroef, en ik had ook heel erg de indruk Thomas Mann te lezen. De vraag is logisch: waarom was die nieuwe vertaling nodig?

Met betrekking tot de nieuwe Ulysses-vertaling begrijp ik uiteraard je ergernis. Verder geen tijd aan verliezen, lijkt mij de boodschap. De vertaling van Claes/Nys blijft wat mij betreft zeker nog een paar decennia overeind.

Ik moet in dat verband zeker het volgende kwijt.

Tussen mijn eerste poging om Ulysses te lezen en het omdraaien van de allerlaatste bladzijde gingen zestien jaar en verscheidene voortijdig afgebroken lecturen en hernemingen voorbij. Ik beet mijn tanden stuk op de vertaling van Vandenbergh – die jij nog zo sportief bent te prijzen. Pas met Claes/Nys lukte het me mijn lectuur, voor bepaalde passages parallel met het origineel én met het uitlegboek van Harry Blamires The New Bloomsday Book, tot het einde te volbrengen. Met veel plezier en vol bewondering uiteraard voor het volmaakte Nederlands van de – Vlaamse! – vertalers, hun beheersing van de verschillende registers die een correcte transpositie van Ulysses vergt en hun summiere notenapparaat. Hulde!

Dank je, P., voor het doorsturen van je tekst en tot een volgende keer,