vrijdag 2 maart 2007

Scherp en onscherp

Ik las nooit eerder iets van K. Schippers. Maar hij won vorig jaar die prijs. Dus. Een slecht ‘dus’ maar een ‘dus’. Op de titel alleen zou ik niet zijn afgegaan. Die ‘nou’ is hoe dan ook voor het Vlaamse publiek – waartoe ik behoor – niet bepaald uitnodigend. En waarom ontbreekt dat vraagteken.

Schippers vraagt van zijn lezers een grote inspanning. Aanmatigend, pretentieus en misschien zelfs arrogant zou dat zijn, mocht hij teleurstellen. Ik weet het niet. Ik weet niet of Schippers teleurstelt. Waar was je nou is van me afgegleden als water op een ingeolied zeehondenvel – als ik er een had gehad, welteverstaan, een zeehondenvel. U begrijpt dat ik ook wel begrijp dat de vergelijking mank loopt. Ik zeg niet dat ik een zeehondenvel heb, of dat ik een zeehond ben, of zou willen zijn (soms wel, maar nu even niet), maar wel, min of meer, dat de hoogte van de verwachtingen die worden opgeworpen door zeer doorwrochte teksten, zoals Waar was je nou er een is, omgekeerd evenredig is met de laagte van de irritatiedrempel. Zoiets, zo’n gevoel dus, moet u, op dit ogenblik, ook voelen. Denk ik.

Schippers’ vertelling mag dan al nadrukkelijk de grote emoties niet expliciet benoemen en zich concentreren op trivia zoals een broche met een papegaai en een robijn en nog een broche met een papegaai en een robijn en een hagelbui met hele grote hagelbollen, die, als ze op je kop vallen, een bloedende kop veroorzaken, en twee oude fototoestellen en dies meer (onder meer een ouwe Kodak 620)… – ze (de vertelling) is niet wat je noemt een vlotte babbel. Een reconstructie ervan – man bevindt zich in amoureuze en professionele crisis, man denkt terug aan een evidenter verleden, man vindt middel om naar dat verleden terug te keren en daar, als kind, het heden (in dat verleden dus de toekomst) te desavoueren… – is niet meteen op een overtuigende wijze aan de man te brengen. De hakende en hakkelende schrijfstijl zwelt nergens aan tot een onweerstaanbare stroom van bellettristische genoegens. De structuur is met zijn talrijke steeds terugkerende motieven en interne verwijzingen al te opzichtig een constructie. Het Back to the Future-achtige verhaaltje is tartend onwaarschijnlijk. De thematiek, ja de thematiek… Waarover gaat nou Waar was je nou. Eigenlijk.

De Librisprijswinnende roman van K. Schippers blijkt uiteindelijk te zijn: een boek over waarneming, herinnering en door nostalgie gevoede fantasie. Da’s zowat de meest steekhoudende conclusie die ik uit mijn koker kan toveren. Over hoe het verleden zich vastzet op schijnbaar irrelevante en zelfs banale dingen, die je dan heel voorzichtig moet behandelen of ze beginnen iets anders te betekenen, en die zich nooit een tweede keer op dezelfde manier laten ervaren. En over welke rol fotografie bij dat alles als bevoorrechte terugkeermogelijkheid naar het verleden speelt. Je kunt, als je goed oplet, iets van het verleden meenemen (onthouden) – dat is dan het scherpe gedeelte op de foto – maar het meeste bevindt zich toch in de onscherpe zone en verdwijnt langzaam, het verwordt tot een makkelijk ánders in te vullen schemergebied.

Ik heb Waar was je nou gelezen en ik ben Waar was je nou al volop aan het vergeten. Schippers’ boek trekt zich nu al terug in de onscherpe achtergrond van mijn literaire besef.