dinsdag 30 november 2004

Mijn woordenboek (42)

AANSTEKER
Heb ik nooit gekocht, heb ik altijd gehad. En nooit heb ik er een gestolen. Ze kwamen in mijn bezit. En verdwenen dan ook weer, vóór ze leeg waren. Aanstekers zijn zwerfobjecten. Stilzwijgend door rokers aan elkaar uitgewisseld als pasmunt in hun samenzwering. (Al ooit iemand kwaad weten zijn omdat je met zijn, ongewild, met zijn aansteker aan de haal was? Ik niet.)