wolkenfragmenten uit Gerrit Krol, Rondo Veneziano
3330
Horrocks had een vriend en
medeonderzoeker in William Crabtree die dertig mijl verderop woonde en ook die
kreeg in zijn telescoop een glimp te zien van de voorbijtrekkende Venus – zij het
dat zijn hemel tot ongeveer half vier bewolkt bleef. (90)
3331
Hij bleef een uur lang in
aanschouwing en dacht daarbij het volgende:
- aannemende dat bij mooi weer wolken
geel zijn en bij slecht weer grijs,
- dat gele wolken zelfstandig zijn in
een zee van blauw en dat bij slecht weer het blauwe zelfstandig is in een zee
van grijs,
- dat gele wolken stilstaan en grijze wolken,
in beweging, hun vormen snel verliezen,
- dat een stilstaande wolk zijn gewicht
vermeerdert,
- concluderen wij dat een gele wolk
zwaarder is dan een grijze en dat bijgevolg de druk die wij meten bij mooi weer
hoger is dan die gemeten bij slecht weer.
Gegeven vervolgens de snelheid der wolken,
de lage snelheid van gele wolken en de hoge snelheid van de grijze,
- concluderen wij dat snelheid en druk
omgekeerd evenredig zijn: hoe hoger/lager de snelheid, hoe lager/hoger de druk. (110)
3332
Zo ver dat hij, rekenend met de
kromming van de aarde, de zon in de diepte zag en de onderkant van de wolken
boven zijn hoofd verlicht. (111)
3333
De grijze najaarswolken
zeilden over de wereld, sinds Torricelli, maar volgens Vicky waren ze geel.
Grijs met gele randen. (120)
3334
Torenkolossen die omhoog spiralen
en zich verliezen in de wolken. (184)
3335
De kerk was op z’n mooist. Het
zonlicht stond felgekleurd in de ruimte, afwisselende kleuren, vanwege de wolken
buiten (…) (241)