zaterdag 22 oktober 2011

ontmoeting van schimmen

Voor het verhaal moet u Het jaar van de dood van Ricardo Reis niet lezen. Erg veel gebeurt er niet.

Maar eerst moet u dit weten.

De Portugese dichter Fernando Pessoa schreef in eigen naam, maar hanteerde ook vele andere noms de plume. Niet als gewone pseudoniemen, zoals bijvoorbeeld Alfons De Ridder onder de naam Willem Elsschot onsterfelijkheid verwierf, maar als heteroniemen. Pessoa creëerde ‘personen’ of ‘personages’, elk met een eigen biografie, levensloop, bestemming en zelfs een geboorte- en sterfdatum, en hij liet die personages elk een – onderling zeer verschillend – deel van zijn oeuvre voor hun rekening nemen. Pessoa – overigens betekent die naam in het Portugees ‘persoon’ – dreef het zo ver dat hij zijn ene heteroniem commentaar liet schrijven op het werk van een ander. Of dat hij, wanneer een van zijn heteroniemen ‘stierf’, een ander een in memoriam liet schrijven.

Ricardo Reis was een van Pessoa’s heteroniemen. Zijn sterfdatum had Pessoa vastgelegd op 15 november 1935. Pessoa zelf – die er niet bepaald een gezonde levensstijl op na hield – stierf veertien dagen later. Maar daar trekt Saramago zich niets van aan. De waarheid van een roman hoeft niet samen te vallen met die van de werkelijkheid – en al zeker niet met een werkelijkheid van een onwerkelijkheid. Saramago laat Pessoa eerst sterven. Hij laat Pessoa uit het dodenrijk terugkeren en zet ontmoetingen op tussen Reis en zijn bedenker. Ze hebben dan indringende gesprekken over de liefde, over leven en dood, over poëzie. Vreemd, zult u zeggen, hoe kunnen twee mannen die niet of niet meer bestaan elkaar ontmoeten? U vraagt het zich terecht af. Maar Het jaar van de dood van Ricardo Reis is een roman – en in romans kan net altijd dat tikkeltje meer dan in de werkelijkheid. Vandaar dat romans vaak interessanter zijn.

Wat is nu het verhaal? Reis, verwoed krantenlezer, verneemt dat Pessoa gestorven is en reist van Brazilië, waarheen hij achttien jaar eerder, na de val van de monarchie in Portugal, is gevlucht, naar Lissabon om Pessoa’s graf te bezoeken maar natuurlijk ook omdat hij het heimwee naar zijn thuisstad nooit heeft overwonnen. Hij neemt zijn intrek in een hotel en overweegt om in zijn vroegere thuisstad een praktijk als dokter, wat hij is, op te zetten. Hij blijft een maand of drie in het hotel, begint daar een fysieke relatie met een kamermeisje, Lydia, en wordt verliefd op een jonge vrouw met een lamme hand, Marcenda. Met haar komt hij niet verder dan een platonische verhouding, die geen stand houdt: Marcenda zegt de relatie op wegens het te grote leeftijdsverschil. Reis verhuist naar een appartement met uitzicht op de rivier. Lydia wordt zwanger. Reis leest, ik zei het al, graag kranten en informeert zich zo over de woelige periode in de internationale politiek: de aanloop tot de Spaanse Burgeroorlog en, enkele jaren later, de Tweede Wereldoorlog. Reis loopt een verkoudheid op en sterft.

Het jaar van de dood van Ricardo Reis is een magistrale roman. Saramago is zo virtuoos dat hij er in slaagt om van het op zich onwaarschijnlijke verhaal van de ontmoeting tussen een niet bestaand personage met een dode dichter de kapstok te maken om een visie op Portugal aan op te hangen, maar ook op het Portugese volk (of de volkaard, die ondanks zijn specificiteit beslist ook universele trekken heeft waarin we ons allemaal zeker nog kunnen herkennen), de Europese geschiedenis van dat tijdsgewricht, de politiek, de sociale verhoudingen, het dichterschap en, bij uitbreiding, het kunstenaarschap, geloof en waarheid, en, niet het minst, de liefde. De passages over de liefde behoren tot de ontroerendste die ik ooit gelezen heb. Saramago legt een uitzonderlijk inzicht aan de dag in de psychologie van man en vrouw, en beschrijft vol mededogen de mechanieken van hun seksualiteit.

Saramago brengt dit alles samen in een hecht geheel; hij doet dat met een duizelingwekkende vormbeheersing, een geheel eigen stijl en muzikaliteit, en met humor.

Het jaar van de dood van Ricardo Reis is een boek dat ik nog vele malen hoop te kunnen herlezen, het is een zeer mooi, humaan kunstwerk.