dinsdag 2 november 2010
terugblik 50 (737/1000)
Het fenomeen is bekend: de klasfoto waarop alle leerlingen, keurig gerijd, obligaat in de lens lachen. En dat er dan altijd wel een is die met zijn ogen knippert of zijn hoofd beweegt of – al dan niet nukkig – helemaal of gedeeltelijk schuilgaat achter het kind dat in de rij voor hem staat. Georganiseerde groepsportretten kunnen op vele manieren fout gaan. In weerwil van het feit dat iedereen weet dat er een foto wordt gemaakt en dat er wordt verwacht dat er wordt geposeerd.
Het resultaat van de klasfoto-overeenkomst zou moeten zijn dat van de mensen op de foto geen andere relatie wordt gevat dan deze die bestaat uit het feit dat ze samen een groep vormen. Als ging het om een zonnebloemenveld. Alle bloemkronen staan naar dezelfde zon gedraaid en alle bloemen samen vormen overduidelijk een geheel. Klasfoto’s zijn vaak heel interessante foto’s, precies omdat er altijd wel iets fout loopt. (Dat kan ook, zoals Roland Barthes beschrijft, een slecht geknoopte veter zijn van een van de leerlingen op de voorste rij.) Zonnebloemenveldfoto’s daarentegen, ik bedoel foto’s met alleen maar zonnebloemen, zijn over het algemeen bijzonder oninteressant.
Foto’s met meerdere mensen op worden nog interessanter wanneer die mensen ten opzichte van elkaar een bepaalde verhouding articuleren. Twee mensen kunnen met elkaar een gesprek voeren, elkaar omhelzen, elkaar een blik toewerpen. Dat kunnen drie mensen ook. Vanaf drie bestaat de mogelijkheid dat er meerdere verhoudingen in beeld komen. A praat met B terwijl C toekijkt bijvoorbeeld. Of terwijl C zich verhoudt tot een vierde persoon die zich buiten beeld bevindt. Enfin, het aantal mogelijkheden is legio en neemt uiteraard toe naarmate er meer personen voor de camera staan. En als er dan ook nog eens allerlei attributen het palet van mogelijke handelingen verruimen, wordt alles uitermate complex. Waardoor de kans alsmaar groter wordt dat daarbij iets mis gaat, dat er eentje niet helemaal of niet helemaal goed in het beeld komt te staan.
Op deze – niet geposeerde of geënsceneerde! – foto staat vanalles, en er gaan ook wel een paar dingen mis. Het plezierige is dat het niet alleen een veelpersonenfoto is, en een herinnering-aan-een-tuinfeest-foto, maar ook een foto over fotografie. Het poseren, het kadreren, het nemen en bekijken van foto’s, het zit er allemaal in.
En dan is er die ene persoon die naar iets buiten het kader kijkt en die deze besloten wereld helemaal opentrekt. Want in de foto zie je eerst het in beeld gebrachte kader (de schilderijlijst), dan datgene wat zich buiten dat kader bevindt: de fotografe, rechts boven in beeld, en de twee vriendinnen die naar foto’s kijken, onderaan links. Uiteindelijk zie je de vrouw met de rood-witte jurk en het kopje: zij transporteert de blik naar de buitenwereld: de wereld waarin ook de maker van deze foto zich bevindt, of beter: bevond, toen, op dat ondeelbare en – mede door die ongeregisseerde complexiteit – onherhaalbare ogenblik.