zondag 8 juni 2008

Dag 283 vVH&C

080605 en 080607 – Ik ben erg optimistisch en enthousiast over het medium internet. Ik maak er dagelijks gebruik van om ‘creatief bezig te zijn’ – zoals dat dan in sociaal-assistenten- of psychiatrische-zorgverleningsjargon wordt gezegd – maar ook mag ik er graag eens rondzwerven. Je vindt vaak wat je zoekt, maar vaker nog – en dat maakt het juist zo boeiend – wat je niet zoekt. Het internet is geen alternatief voor het echte bestaan omdat je er je hoofd niet op een schouder te rusten kunt leggen, niet merkt aan een plotse verkilling bij de mens tegenover je dat je iets verkeerds hebt gezegd, geen ogen vindt om je in af te vragen wie je zelf bent, geen planten wonderbaarlijk ziet groeien of ontluiken, of vogels hoort die zich ’s morgens vroeg de ziel uit het lijf zingen – maar het is wel een valabele parallelwereld, een makkelijk te hanteren generator van coïncidenties, associaties, zinverschaffende samenlopen van omstandigheden.

Zo verzeilde ik een paar dagen geleden, zoekende naar informatie over Eugène Atget, op een aan Christopher Rauschenberg gewijde webpagina van de fotografiesite LensCulture. Rauschenberg trad in de voetsporen van Eugène Atget door in Parijs diens foto’s opnieuw te maken – voor zover dat mogelijk was. Zo bracht hij onveranderlijkheid in beeld, maar ook wat er in die 75 tot 100 jaar in Parijs wél allemaal veranderd was. De meest opvallende verandering, aldus Rauschenberg, is de alomtegenwoordige auto. Heel Parijs is een parkeerzone waarvan alle plaatsen voortdurend door een auto zijn ingenomen. Vaak staan die auto’s in de weg om datgene wat Atget heeft gezien opnieuw in beeld te brengen.

Ik bekijk de fotoduo’s op de website – links Atget/rechts Rauschenberg, en noteer nog een ander verschil: dat voor de overwoekering door auto’s een andere overwoekering geweken is, namelijk deze door letters. In het begin van de 20ste eeuw stond Parijs blijkbaar volgeschreven met reclameboodschappen, puiopschriften, affiches… hoe groter en hoe schreeuweriger (hoe heeft het eruitgezien in kleur?), hoe beter blijkbaar. Die zijn nu allemaal weg, het straatbeeld is veel rustiger geworden. Er zijn nu wel graffiti, maar die zijn al bij al toch discreter.

Het tweede wat Rauschenberg van zijn project heeft onthouden, is dat je op de duur Parijs ‘door de ogen van Atget’ begint te zien. En dat laat dan toe om Atgetachtige (of atgetiaanse) foto’s te gaan maken: foto’s van Parijs die niet door Atget zijn gemaakt, maar die Atget zou hebben kunnen maken mocht hij vandaag door Parijs lopen.
Op de website kun je ook een prettig interview met Rauschenberg beluisteren. ‘Photography is not a matter of illustration,’ zegt hij geanimeerd, ‘it’s discovery. Photography is research and development.’