vrijdag 30 juni 2023

honderd woorden 416

MICK

Een van de spectaculairste terugtrekkingen uit het openbaar leven moet die van Mick Clinckspoor zijn geweest. Geschikte familienaam, overigens, voor de radiocoryfee die zij was. Ik was een kind toen ik verliefd werd op haar stem. Samen met onder meer Jan Wauters deed Mick – tiens, dat is ook de eerste lettergreep van haar voornaamste gereedschap – ‘Radio Tour’: zomernamiddagen van met eigen verbeelding aan te vullen wielerverslaggeving. Volgens mij hadden Jan en Mick iets, al had ik toen geen idee wat dat dan wel zou kunnen zijn. Aan Mick Clinckspoor moet ik denken nu ik een aankondiging hoor voor ‘Radio Tour’. 




6875

Brugge, Hendrik Consciencelaan - 230625

 

donderdag 29 juni 2023

honderd woorden 415

CADILLAC

I drove down 42nd Street / In my Cadillac. Good car to drive after a war.’ Kijk, dat is humor want hoe goed moet een auto wel niet zijn na een tijd waarin iedereen blij was met een wrak. Aan het woord is Robert Zimmerman, aka Bob Dylan. Een prehistorische video toont hoe hij, nog piep, diep in de vorige eeuw het ellenlange lied ‘Talkin’ World War III Blues’ declameert ten overstaan van een stelletje apathische tooghangers die nog niet schijnen te beseffen dat de verzen die zij aanhoren een Koude Oorlog later goed zullen zijn voor een Nobelprijs Literatuur.




https://www.youtube.com/watch?v=VFWQaLUNEdA

6874

Gent, Volmolenstraat - 230623

 

woensdag 28 juni 2023

14 * 47,8 * 26,6 * 716,9

 Stalhille - Plassendale - Oudenburg - Ettelgem - Nieuwege



honderd woorden 414

DIAGONAAL

Ik ben tot op twee derden gekomen. Ik zou dit niet vermelden, mochten de tientallen en nog eens tientallen bladzijden verslaggeving over zeeslagen en triremen en vaarroutes die al dan niet door herfstwinden worden bemoeilijkt niet danig de spuigaten beginnen uit te lopen. In tegenstelling tot de zeebinken die Pfeijffers boek bevolken, ben ik bij alle kampwisselingen en spelingen van het lot al enige tijd het noorden kwijt en in plaats van in rechte lijn van, ik zeg maar wat, Lesbos naar Priapos de golven te doorschuimen, begin ik vaak, met nog 250 pagina’s voor de boeg, diagonaal te lezen.


Ilja Leonard Pfeijffer, Alkibiades

6873

Gent, Gerechtshof - 230626

 

dinsdag 27 juni 2023

honderd woorden 413

TRONIES

Beeldredacties kiezen, in functie van de gebeurtenissen, voor de protagonisten een gepaste gelaatsuitdrukking. De plaatsing van de fotoselectie verhevigt nog het beoogde dramatische effect. Hier zien we de twee mannen die het voorbije weekend een prominente plaats opeisten in de berichtgeving. Wat hun echt heeft bezield, welke de drijfveren zijn die achter hun ondoorgrondelijke blikken de loop van de geschiedenis sturen, we zullen het allicht nooit weten. Maar de krant versterkt wel onze overtuiging dat deze tronies inslecht, onberekenbaar en niet te vertrouwen zijn. Ik althans zou van geen van beiden een auto willen kopen. Zelfs geen Leopardtank of trottinette. 

notitie 388

LIJKENPIKKERIJ

Onder mijn ‘honderd woordenover de gezonken duikboot veegt Stefaan C. Hublou-Solfrian mij de mantel uit: ik had beter gezwegen, zegt hij, wat ik doe is volgens hem – ik citeer – ‘kleine digitale lijkenpikkerij’. (Waarbij ik in het ongewisse blijf over de betekenis van dat ‘kleine’: is dit adjectief een ethische kwalificatie of duidt het een omvang aan?)

Het is altijd wel schrikken wanneer iemand het de moeite waard vindt om je zo openlijk en in niet bepaald vriendelijke bewoordingen terecht te wijzen, zeker als die iemand zichzelf presenteert als – en ik citeer opnieuw, nu met gebruikmaking van de copy/paste-faciliteit – ‘Ridder in de Kroonorde van België / Publicist bij De Wereld Morgen / Historisch onderzoek olv prof Luc De Vos bij Koninklijke Militaire School / Heeft gewerkt als Schrijver van opiniestukken bij De Standaard / Heeft gewerkt als Teaching assistant voor kansarme scholieren bij Auxilia / Heeft gewerkt als Redacteur van De Vlaamse Jager bij Hubertus Vereniging Vlaanderen vzw. / Heeft gewerkt als Front Desk Agent bij Agentschap Integratie & Inburgering Leuven / Heeft gewerkt als Lecturer bij Instituut voor de Jachtopleiding / Heeft gewerkt als Freelance redacteur bij Tertio / Heeft gewerkt als Godsdienst leraar bij Zavo / Heeft gewerkt als Leraar geschiedenis, Godsdienst bij Maria Assumptalyceum / Heeft gewerkt als Bezinningsbegeleider bij Abdij Averbode / Heeft gewerkt als Vrijwillig telefonisch Hulpverlener bij Tele-Onthaal / Heeft gewerkt als Stafmedewerker bij Kerk & Wereld / Koninklijke Jachten van Hertogenwald / Heeft gewerkt als Consulent Wildbeheer Eenheden bij Vlaamse overheid / Heeft gewerkt als Bestuurssecretaris Buitenlands Personeel bij Ministerie van Buitenlandse Zaken België / Heeft Godsleer, Scheppingsleer, Christologie gestudeerd aan Faculteit Theologie en Religiewetenschappen, KU Leuven / Heeft Moderne geschiedenis gestudeerd aan KU Leuven / Heeft Seksuele Psychologie bij prof Piet Nijs gestudeerd aan KU Leuven / Heeft Wetenschapsfilosofie, filosofische antropologie, gestudeerd aan KU Leuven / Heeft een relatie’. Een wonderlijke mix van religiositeit en jacht, als je het mij vraagt, al kunnen beide actieterrein in proselitisme natuurlijk wel samenkomen, moet ik toegeven.

Maar goed, ‘lijkenpikkerij’. Dat noopt mij toch tot bezinning. Nochtans kende de post opvallend veel positieve bijval. Ik vrees dus dat er een misverstand moet zijn ontstaan. Misschien ligt het aan een onzorgvuldige formulering van mijnentwege. Misschien veroorzaakt het zelfopgelegde format (‘honderd woorden’) mij tot al te compacte, elliptische bespiegelingen. (Met ‘elliptisch’ bedoel ik dat er minstens zoveel niet wordt geëxpliciteerd als wat er uiteindelijk wel in komt te staan.) En ja, misschien moet ik heikele onderwerpen meer ademruimte geven. Zoals ik hier doe met het bij mij onzacht aangekomen verwijt een lijkenpikker te zijn – wat toch wel het verste van mijn gedachten is, dat ik zoiets zou kunnen zijn, überhaupt. Maar ik wil geenszins de terechtwijzing door een man met zulk een indrukwekkende naam en dito curriculum zonder gevolg naast mij neerleggen.

Wat is er gebeurd? Ik heb mij in een korte bespiegeling, waarin ik mij stilistische en zelfs artistieke vrijheden permitteer, in de geest van een persoon verplaatst die een onafwendbare verstikkingsdood onder ogen moest zien. Dat is inderdaad gewaagd, ik zal het niet ontkennen. Ik heb mij in dat stukje schamper uitgelaten over een contrast tussen die ene dood en de dood van velen ergens anders, op vrijwel hetzelfde moment – en over de totaal verschillende vormen van aandacht die beide voorvallen te beurt vielen, de totaal verschillende manier waarop beide voorvallen werden behandeld. Ik was zeker niet de enige die zich door dit contrast had laten aanzetten tot een bespiegeling.

Denkt Stefaan C. H.-S. nu werkelijk dat ik geen empathie ten aanzien van het lot van de verdronken Pakistaanse miljardair zou kunnen opbrengen? Denkt hij werkelijk dat ik er een soort wreedaardig genoegen in zou scheppen? Het heeft er alle schijn van.

Nochtans zou hij beter moeten weten. Hij zou moeten, of minstens moeten kùnnen begrijpen dat ik het de moeite waard vond om die evidente empathie – ja, die man heeft angsten uitgestaan; ja, die man heeft zijn verschrikkelijke lot onder ogen moeten zien; ja die man laat een familie en vrienden na die nu in rouw zijn – even opzij te zetten voor de vraag om aandacht voor honderden mensen die ook angsten hebben uitgestaan, die ook hun verschrikkelijke lot onder ogen hebben moeten zien, die ook familie en vrienden nalaten die nu in rouw zijn. Zoveel honderden mensen dat het elk vermogen tot empathie tart en te buiten gaat.

Bovendien, en daar gaat het mij nog meer om en wie kan er nu boos om zijn dat ik daar lucht aan geeft – bovendien is er de kwaadheid die ik voel omdat een degoutant rijke zakenman het nodig vindt om een totaal onzinnig en roekeloos avontuur aan te gaan om, ja, om wat te doen? Om een restant van onze collectieve hybris te gaan aanschouwen, een wegroestend symbool van onze ‘beschaving’ waarin nota bene destijds ook vijftienhonderd mensen zijn omgekomen. Is een dergelijk exclusief ramptoerisme niet veel meer een vorm van lijkenpikkerij? Moet ik compassie hebben met zo iemand, die dan toch misschien beter zijn vele geld aan iets anders zou besteden, bijvoorbeeld aan ngo’s die vluchtelingen helpen, om maar een voorbeeld te geven?

Neen, Stefaan C., ik had niet ‘beter gezwegen’. Integendeel, het is onbetamelijk om bij een dergelijk schandaal geen lucht te geven aan oprechte verontwaardiging. Uw verwijt van lijkenpikkerij is ondoordacht en ik – vergeef mij de woordspeling – pik het niet, ook niet van een theoloog. Van iemand met zo’n beroep verwacht ik toch een wat bedachtzamer gebruik van sociale media, zelfs al heeft hij een voorliefde voor de jacht.




6872

Brugge, Karel de Stoutelaan - 230625

 

maandag 26 juni 2023

honderd woorden 412

JULIEN

Op het Kruispoortkruispunt wacht Julien, voet aan de grond, op zijn Trek. Gehelmd, Quick-Step, koersbroek. Dat spreekt mij aan. Ik spreek hem aan. We rijden een eindje samen op. Julien is tachtig en bijna thuis. Vandaag staat er 107 kilometer op de teller. Hij fietst vier keer per week. Heeft zijn hele leven in het vlees gewerkt. 28 jaar geleden weduwnaar geworden. Wat nu, alleen? De fiets werd zijn redding. Hij kent alle Franse cols. En aan de kerk in Hondschoote weet hij een café met lekkere picon. Drie kwartier later nemen we afscheid. Ik heb een mens ontmoet. Julien.

6871

W. - 230619

 

zondag 25 juni 2023

honderd woorden 411

RESET

Ik heb een boon voor Bent. Een vriendelijke, intelligente, stijlvolle, mooie man. Ik vermoed dat hij veeleisend is, waarschijnlijk ook voor zijn omgeving – maar dat mag. In een interview raakt hij bij mij een gevoelige snaar wanneer hij het heeft over herbeginnen. Vertrekken, verhuizen, veranderen. ‘Als je ergens nieuw bent, móét je jezelf wel openstellen, om mensen te leren kennen, om de weg te vinden, en nieuwe gewoontes en gebruiken te ontdekken. (...) Dat zet een volledig nieuwe dynamiek in gang, en maakt komaf met talloze doodlopende pistes die je om de een of andere reden koppig was blijven volgen.’




https://www.standaard.be/cnt/dmf20230614_94552629

6870

Brugge, politiekantoor - 230616

 

zaterdag 24 juni 2023

13 * 66,8 * 24,2 * 669,1

 Loppem - Torhout - Wijnendale - Ettelgem - - Roksem - Nieuwege 



honderd woorden 410

TUSSENIN

Ik hou niet van zijn muziek, maar dat doet er niet toe. In een recent radiohitje heeft hij het over ‘het tussenin’. Niet het een of het andere, niet zwart of wit maar, inderdaad, tussenin. We denken bipolair: in kampen, in tegenstellingen, in onverzoenlijkheden. Maar: in de nacht gloort alweer de dag; elke man heeft ook iets van de vrouw in zich; in elke Griek schuilt een barbaar; elke oudere blijft een kind; democraten dromen soms van dictatuur. En Vasalis zegt in het gedicht ‘Oktober’: ‘niet als een einde van het leven, / maar als de lente van de dood’.





M. Vasalis, Verzamelde gedichten
https://www.youtube.com/watch?v=9WBKBkntzVU

6869

Brussel-Centraal - 230613

 

vrijdag 23 juni 2023

honderd woorden 409

ZUURSTOF

Ze zijn dus ‘geïmplodeerd’. Imploderen is het omgekeerde van exploderen. Een inwaartse ontploffing. ‘Het voltrok zich in een fractie van een seconde, ze zullen het amper hebben beseft.’ ‘Beter zo dan vier dagen bang het einde afwachten in kou en duisternis.’ Misschien had de onfortuinlijke Pakistaanse miljardair die mee aan boord was dan voldoende tijd gehad om enkele beschouwingen te wijden aan de gekapseisde sloep met enkele honderden van zijn minder gefortuneerde landgenoten die op zoek waren, niet naar het wegroestende symbool van een hovaardige beschaving maar gewoon naar een beter bestaan. Maar dat had allicht te veel zuurstof gevergd.




6868

230608

 

donderdag 22 juni 2023

honderd woorden 408

VITALITEIT

T.S. Eliot laat in The Waste Land het lichaam van de Feniciër Phlebas rijzen en dalen in de onderzeese stroming. De naam Phlebas, aldus grondige commentator Paul Claes, ‘is afgeleid van het Oud-griekse phleps “fallus”’. Dat rijzen en dalen staat voor het tussen hangen en wurgen van de drenkeling, en krijgt de connotatie van het ‘zwellen en slinken’ van het mannelijke lid. Wat mij dan weer terugkatapulteert naar Pfeijffers beschrijving van een priapische sculptuur: ‘Intussen priemde die fallus maar omhoog als een stomme getuige van de eeuwige weigering van de mensheid om zich bij haar eigen sterfelijkheid neer te leggen.’

T.S. Eliot, Het barre land, commentaar van Paul Claes, 51 en 161-162
Ilja Leonard Pfeijffer, Alkibiades, 271

6867

Brugge, Hoefijzerlaan - 230607

 

woensdag 21 juni 2023

12 * 50,2 * 25,9 * 602,3

 Nieuwege - Plassendale - Oudenburg - Ettelgem - Aartrijke - Zedelgem 



notitie 387

DE AAMBEIEN VAN DE LATERE PRESIDENT


Václav Havel belandde ‘wegens het ondermijnen van de Tsjechoslovaakse Republiek’, om politieke redenen dus, tot drie keer toe in de cel. Eind 1989, bijna zeven jaar na zijn laatste vrijlating, werd Havel president. Dat bleef hij tot 2003. Tot 1992 nog van het unitaire Tsjecho-Slowakije, na de splitsing van dat land enkel nog van Tsjechië.

Havel probeerde vanuit de gevangenis de relatie met zijn vrouw Olga Šplíchalová levendig te houden. Václav en Olga waren in 1979 vijftien jaar getrouwd. Uit de brieven, die zijn geschreven in de periode tussen 4 juni 1979 tot 30 januari 1983, valt niet meteen op te maken dat het huwelijk van Havel in zwaar weer verkeerde. Hij bezigt inderdaad niet de taal der verliefden, maar dat kun je misschien na vijftien jaar huwelijk niet meer verwachten. Havels biograaf Michael Zantovsky brengt in zijn aan Václavs hechtenis gewijde hoofdstuk opheldering met betrekking tot dat huwelijk: Václav was niet vies van een scheve schaats. Maar Olga evenmin. Hun huwelijk stond, toen Václav in hechtenis werd genomen, op springen. Maar de penitentiaire miserie noopt hem tot bezinning. Hij is afhankelijk van Olga’s bereidheid om hem te helpen. Hij slaat een opvallend onderdanige toon aan. Hij maakt lijstjes met zaken die hij nodig heeft, en dringt herhaaldelijk aan op meer en langere brieven.

Het huwelijk zou uiteindelijk toch standhouden tot het overlijden van Olga in 1996. Václav Havel stierf vijftien jaar later, eind 2011. Dat hij de leeftijd van 75 jaar bereikte, mag gezien zijn levensstijl een prestatie worden genoemd. Misschien heeft zijn gevangenschap het huwelijk gered. Als dat waar is, moge het een les zijn voor echtelieden die hun huwelijk als een gevangenis ervaren.

De Brieven aan Olga bevatten gelukkig niet alleen praktische verzuchtingen. Havel maakt er studies in over stemmingen en schrijft een aanzet tot ethische en metafysische beschouwingen. Het zijn niet meteen onderwerpen die je verwacht in een amoureuze correspondentie. Het is duidelijk de bedoeling om deze teksten in latere publicaties uit te werken. Havel diende ook rekening te houden met de gevangeniscensor, die over zijn schouder meelas. Daardoor vernemen we opvallend weinig over de slechte behandeling en de vernederingen die Havel moest ondergaan. Toch leren we de dramaturg ook kennen als een niet al te gezonde man van middelbare leeftijd, die gebukt gaat onder allerlei kwalen. Vooral de aambeien waarmee hij af te rekenen krijgt, hinderen de latere president.

Václav Havel, Brieven aan Olga
Michael Zantovsky, Havel. A Life

6866

Breskens (NL) - 230610

 

dinsdag 20 juni 2023

honderd woorden 407

BEDRUKT

De tijd waarin ik leef bedrukt mij. De tijd waarin ik mág, maar toch ook soms móet leven. Ik heb niets tekort en niet te klagen. En toch: het gaat mij soms niet af. Dan kruip ik in mijn schulp. Mijn schelp is dat leger van boeken. Vele zijn ongelezen. Ja, ook dat bedrukt mij soms. Waarom? Waarom blijf ik dit doen? Ik krijg dat nooit allemaal nog gelezen. Gelukkig zijn er ook begenadigde momenten. Dan koestert mijn bibliotheek mij met een troostend gebaar. In haar kan ik altijd terecht, vind ik altijd wel iets om handen tegen de tijd.

6865

Molenbeek - 230609

 

maandag 19 juni 2023

11 * 57,4 * 22,7 * 552,1

 Damme - Hoeke - Sluis - Retranchement - Knokke-Heist - Dudzele



honderd woorden 406

MIJNENVELD

A had het twee jaar geleden, is vorig jaar hervallen en nu genezen verklaard maar je weet het toch maar nooit. B wordt binnenkort geopereerd. C vecht er al een paar jaar tegen maar nu is het uitgezaaid. Idem voor D. E heeft de operatie achter de rug en leert ermee te leven. F is er vorig jaar aan overleden. G ook. H, I en J leven voort met reconstructies en onzekerheid. Allemaal mensen die ik ken, heb gekend. K, zo heet het mijnenveld dat ik samen met al deze leeftijdsgenoten op hoop van zege heelhuids probeer over te steken.




6864

Molenbeek - 230609

 

zondag 18 juni 2023

10 * 48,5 * 25,9 * 494,7

Moerbrugge - Beernem - Sint-Joris-ten-Distel - Hertsberge - Oostkamp 



honderd woorden 405

DRIJFVEREN

Agathe Schweigert heeft een knopenwinkel in een klein Duits stadje. Haar bedachtzame zoon Ernst, vrucht van een kortstondige relatie, is communist en ontvlucht nazi-Duitsland. Agathe gaat hem achterna. Parijs, Toulouse, Barcelona. Waar ze midden in de Spaanse Burgeroorlog terechtkomt. Haar zoon, gesneuveld intussen, krijgt ze niet meer te zien. Agathe helpt de republikeinen met wat ze kan: naaien, wassen, verzorgen. Uiteindelijk belandt ze in een Frans doorgangskamp, en daarna emigreert ze naar Zuid-Amerika. Zoals ook Anna Seghers het deed. Dit eerste van negen verhalen over de kracht van zwakken gaat over twee verschillende drijfveren voor politieke actie: overtuiging en liefde.

Anna Seghers, De kracht van de zwakken (vertaling (1967) door Jaap Walvis van Die Kraft der Schwachen (1965))

6863

Brugge, station - 230609

 

honderd woorden 404

DROOM #152

Aan gene zijde van de sporen die in de bedding tussen beide perrons lopen verwijderen twee vrouwen een plaatsnaambord. (Het gerucht kwam mij ter ore dat men van plan is om in Brussel-Centraal de originele door Victor Horta ontworpen stationsnaamborden te verwijderen – als dat intussen al niet is gebeurd.) Ik ken beide vrouwen: ooit heb ik hen bemind, nu zie ik hen op een andere manier graag. Op het ogenblik dat ik hen wil groeten, komt tussen hen en mij een trein aan. Ik zie nog net dat op het losgeschroefde bord niet een toponiem staan, maar wel mijn naam.



zaterdag 17 juni 2023

honderd woorden 403

MOLENBEEK


Onlangs merkte de voorzitter van Vooruit flinks op dat hij zich in Molenbeek, wanneer hij daar wandelt (wat hij waarschijnlijk niet vaak doet), niet thuisvoelt. Ik wandelde onlangs ook in Molenbeek en ik moet zeggen dat ik me daar in vergelijkbare mate niet evident behaaglijk voel als in sommige delen van mijn door het leeghoofdige massatoerisme ingepalmde stad, als in de Vlaamse appartementsdorpen, als in de warboel van verkavelingen en industrieterreinen, als langs de lintbebouwde uitvalswegen, als in de gebetonneerde en vergiftigde Vlaamse landschappen met door de Boerenbond gefaciliteerde monoculturen en megastallen. Ik zag daarentegen in Molenbeek wel veel leven. 


foto: BBL


6862

Dudzele - 230605

 

vrijdag 16 juni 2023

honderd woorden 402

DOOS

Wrok, kwetsuren, trauma’s van lang geleden, misbruik eventueel – dat alles moet je op een bepaald ogenblik in een doos kunnen steken, zegt P., en dan moet je die doos wegzetten op een verre, moeilijk toegankelijke plek. Ergens waar je al een ladder en vuile kleren voor nodig hebt om erbij te geraken. Een ergens dat zo ver en onbereikbaar is dat je op den duur vergeet waar je die doos heb verstopt. Dat raadt P. me aan. Maar waarom geef je die doos dan niet mee met de ophaaldienst? Waarom hem nog bewaren – en alles wat je erin hebt opgeborgen?




6861

Sint-Rita - 230603

 

donderdag 15 juni 2023

honderd woorden 401

TE LAAT

Enkele vleugels van het AZ Sint-Jan vormen een driehoek. Daar middenin, zonder enige opening naar de buitenwereld, staat, voor zijn hele leven gevangen, een eenzame boom. Enkele maanden geleden zette X, toen al enkele jaren vechtend tegen kanker, een foto van die winterse boom op zijn Facebook. De boodschap was duidelijk. Toen ik vorige week ook eens daar was, voor een akkefietje, maakte ik een foto van diezelfde boom, nu in blad. Ik nam me voor de foto naar X te sturen om hem een hart onder de riem te steken. Ik vergat het, en nu is het te laat.




honderd woorden 400

BRICOLAGE

Het kapitalisme haalt – zoals we allemaal weten – het slechtste én het laagste in de mens naar boven en alleen daarom al kan ik het niet aanhangen. (Al is het moeilijk om erbuiten te blijven want het is totalitair.) Nog raprap voor het invoeren van een erkenning als UNESCO-werelderfgoed, die het onmogelijk zou maken, een hangar van prefab aluminium neerpoten op de Carnac-site en daarvoor een aantal vijfduizend jaar oude menhirs dumpen? In de kapitalistische logica kan het. Benieuwd of de bouwsels die met de brol van doe-het-zelfzaak Mr. Bricolage zullen worden opgetrokken zelfs maar vijfduizend dagen zullen overeind blijven staan.




https://www.standaard.be/cnt/dmf20230611_95410452

6860

Gent-Sint-Pieters - 230526

 

woensdag 14 juni 2023

9 * 41,9 * 24,5 * 446,2

Nieuwege - Ettelgem - Oudenburg - Stalhille - Meetkerke




honderd woorden 399

ONTIJDIG

Omdat het buiten te warm is lees ik dat recente boek over een tweeduizend jaar oude geschiedenis binnen. Plots en totaal onverwacht komt een groot brommend insect van ergens achter mij tegen de ruit aangevlogen. Nog een hoornaar, denk ik want zo had ik er onlangs een te gast. Maar neen, het is, in juni en dus te laat: een meikever. Een halve eeuw moet het geleden zijn dat ik er voor het laatst een zag. Het brombeest gaat op een miljoenen jaren oude kei zitten die al jaren stof ligt te vergaren op mijn vensterbank. Ik open het raam.




notitie 386

VI – 1.

Een ridder wil een verplaatsing die madonna Oretta moet maken wat bekorten door haar over zijn stokpaardje te vertellen, maar hij doet dat zo knullig dat zij hem na een tijdje moet vragen om haar van zijn kreupele stokpaardje te laten afstijgen.

VI – 2.

Bakker Cisti verleidt messer Gerispina en de pauselijke gezanten die bij deze messer op bezoek zijn tot het drinken van een frisse witte wijn. Geen ordinair tafelwijntje maar een grand cru. Wanneer de gezanten vertrekken, houdt messer Geri een feestje. Hij stuurt zijn knecht met een buikfles naar de bakker om daar wat van die heerlijke wijn te tappen. De knecht ruilt de buikfles voor een mandfles: hij wil meer wijn, zodat hij er zelf ook eens van kan proeven. Maar de bakker vindt die mandfles te groot: het is immers geen tafelwijntje, die wijn van hem. En hij stuurt dus de knecht onverrichterzake terug. Pas wanneer de knecht met een bescheidener recipiënt komt aanzetten, is de bakker bereid dit met zijn voortreffelijke wijn te vullen. En pas dan besluit hij messer Geri ook nog een vatje te laten bezorgen.

VI – 3.

Wanneer Antonio d’Orso, bisschop van Florence, in het gezelschap van de Catalaanse flierefluiter maarschalk Diego de la Rath een oneerbaar voorstel richt tot madonna Nonna dei Pulci, krijgt hij van haar een snedig antwoord dat verwijst naar eerdere strapatsen waarmee de maarschalk de bisschop had gecompromitteerd. Zo schudt zij met één woord beide vooraanstaande heren van zich af.

VI – 4.

De Venetiaan Chichibio, kok van de Florentijn Currado Gianfigliazzi, probeert met een kraanvogelbout het meisje Brunetta te vermurwen. Het gevolg is dat de kraanvogel die hij zijn meester serveert een poot mankeert. Chichibio werkt zich in nesten door te beweren dat alle kraanvogels maar één poot hebben, maar door middel van een gevat antwoord op een evidente vraag van Currado aangaande deze kwestie weet Chichibio zijn vel te redden.

VI – 5.

De jurist Forese de Rabatta en de schilder Giotto zijn elk in hun vakgebied meesters, maar hun uiterlijk is niet om over naar huis te schrijven. Wanneer de rechter de schilder daarover een opmerking maakt, geeft laatst- eerstgenoemde van hetzelfde laken een broek.


Giovanni Boccaccio, Decamerone (ca. 1352), vertaling Frans Denissen (2003)



6859

Koolkerke, Fort van Beieren - 230531

 

dinsdag 13 juni 2023

honderd woorden 398

NA EEN KWART

Na ongeveer een kwart van het boek te hebben gelezen, weet ik al minstens drie goede redenen om mijn lectuur met plezier voort te zetten en blij te zijn dat ik nog bijna zeshonderd bladzijden te gaan heb. Vooreerst is er de taal, maar daarover had ik het al (https://pascaldigital.blogspot.com/2023/06/honderd-woorden-397.html). Ten tweede komt de documentaire kwaliteit tegemoet aan mijn leergierigheid want Alkibiades is inderdaad een copieus geïnformeerde en slechts hier en daar met fictionalisering op smaak gebrachte geschiedschrijving. En ten slotte is deze roman inderdaad, zoals de auteur het zelf stelt: ‘een spiegel (…) waarin we onze eigen dilemma’s kunnen herkennen.’


Ilja Leonard Pfeijffer, Alkibiades, 168

6858

Koolkerke, Fort van Beieren - 230531

 

maandag 12 juni 2023

notitie 385

VERKEERSAGRESSIE

Ik ben het slachtoffer geworden van verkeersagressie. En dan nog wel begaan door een politieagent. Een politieagent in burger, maar toch een politieagent. Dat ging zo.

Na 35 kilometer heb ik, langs de Damse Vaart, bijna Brugge bereikt. Mijn vingers zijn verkrampt. Ik schud mijn vingers los. Daarvoor moet ik mijn stuur loslaten, maar dat kan ik op dit fietspad op een veilige manier doen. Ik geef toe, ik zou eerst de linkerhand kunnen losschudden en dan de rechterhand. Het is een fout beide handen tegelijk los te schudden. Omdat je dan je stuur loslaat.

Een man van middelbare leeftijd komt net op het ogenblik dat ik mijn beide handen tegelijk losschud naast me rijden. Ik heb hem niet horen naderen. Hij steekt me voorbij. Een keurige man op een keurige fiets. Een elektrische fiets, weliswaar. Ik neem, veiligheidshalve, opnieuw mijn stuur vast.

Dat is nodig want met een bruuske beweging naar rechts snijdt de man mij de pas af. Ik moet remmen. Ik slaak een kreet. Iets in de zin van ‘Helaba!’ of ‘Hey, zal ‘t gaan, ja?’ Ik weet niet meer precies wat ik de man toevoeg, maar het was in elk geval niet onbeschaafd. Nu gooit hij zijn remmen helemaal dicht. Ik had nog vaart en moet een noodstop maken om niet op zijn achtersteven in te rijden. Ik slaag daar niet meer in. Ik rijd tegen zijn fiets aan, meer bepaald tegen een van de fietstassen die eraan bevestigd zijn. We staan nu allebei stil. Ik vraag de man beleefd wat de bedoeling is. Hij zegt dat ik een overtreding heb begaan. Ik vraag hem waar hij zich mee moeit en wrijf hem aan dat hij mij in gevaar heeft gebracht. Dat is niet eens overdreven want het scheelde niet veel of ik was, in mijn poging hem te ontwijken, gevallen. Vreemd genoeg zegt de man niets over het feit dat ik hem heb aangereden. Hij vertrekt.

Maar ik sta ondertussen te trillen op mijn benen. Ik maak me niet vlug kwaad, misschien soms wel niet vaak genoeg, maar nu ben ik het wéL Eigenlijk ben ik woedend. Ik achtervolg de man die – gek genoeg – de Christine D’haenstraat is ingereden. Ik heb de indruk dat hij probeert te vluchten, misschien heeft hij schrik. Daar schrik ik dan weer van. Hij stopt. Ik stop ook. We staan naast elkaar in de Christine D’haenstraat. Hier begint ons gesprek. Ik zal het kort samenvatten.

Ik vraag de man wat zijn bedoeling is. Het is een mooie zaterdag, prachtig weer, wat drijft hem om zo uit te varen tegen een ongeveer even oude man (vreemd dat ik mezelf in deze situatie veel jonger inschat) over – ochgot – een mineure verkeersovertreding. De man vraagt mij of ik wel weet hoe gevaarlijk dat is. Ik zeg hem dat hij mij in gevaar heeft gebracht, tot twee keer toe: eerst de pas afsnijden en dan het bruuske remmen. Dat is pas gevaarlijk. Dan zegt hij dat ik geen fietshelm draag. Is dat dan verplicht, misschien? Bovendien draagt hij er zelf geen. Ik vraag hem nog maar eens waarom hij dit doet, waar hij zich mee bemoeit. Dan maakt hij zich kenbaar als politieagent. In burger en dus niet in functie, maar toch: politieagent. Hij werkt bij de hondenbrigade. Mijnheer, ik ben geen hond maar een mens. Ik aanvaard het niet dat u mij zo aanspreekt. Wat is uw naam? Hij noemt zijn naam, die ik hier niet zal noemen maar die ik niet vergeten ben. Ik mag blij zijn dat hij niet in uniform is of hij had mij beboet, zegt hij. Dan zou ik u aanklagen, mijnheer S, zeg ik. Ik blijf beleefd maar krijg toch het verwijt dat ik duidelijk laaggeschoold ben. Pardon? Ik weet dat universitaire diploma’s sinds ik er een heb behaald aanzienlijk gedevalueerd zijn, maar dit is naar mijn aanvoelen toch iets te geringschattend. Nu moet ik snel een moeilijk woord gebruiken. Ik zeg hem dat ik mij altijd civiel heb opgesteld en een meer dan gemiddelde waardering heb gehad voor het ambt van politieagent, maar dat die waardering vanaf nu toch iets minder groot zal zijn.

De man maakt aanstalten om opnieuw te vertrekken. De didacticus in hem besluit nog met te zeggen dat ik mij dit incident vast wel zal blijven herinneren mocht ik nog eens van plan zijn om te fietsen met mijn handen van het stuur. Ik zeg hem dat ik mij dit incident zeker ook nog op een andere manier zal herinneren.

Wanneer ik ‘s avonds dit voorval aan X vertel, raadt hij me aan om klacht neer te leggen. Of toch om minstens het politionele aanspreekpunt van mijn stad van dit voorval op de hoogte te brengen. Je weet nooit dat je met een recidivist te maken hebt, zegt X, en dan zou een dergelijk relaas wel eens een invloed kunnen hebben.

Goed idee, X.

6857

Omgeving Ieper - 230501