17 juni 2013
Bij Proust gaat het hierom: de
ontdekking van het eigen schrijverschap als remedie tegen het verdriet dat
wordt veroorzaakt door het onvermogen echt gelukkig te zijn, door het
onvermogen om echt lief te hebben – want die twee, gelukkig zijn en echt
liefhebben, zijn bij Proust synoniem. En echt liefhebben, de volle vreugde van
de liefde, kan alleen als de liefde wordt beantwoord. Het onbeantwoord blijven
van zijn (talrijke, homoseksuele) liefdes is in het leven van Proust een
hardnekkige constante.
Beantwoord
of niet, de liefde mondt altijd uit in onverschilligheid. Het object (voorwerp)
van de liefde laat op den duur koud, of laat het afweten, of verdwijnt.
Bijvoorbeeld door de dood. William C. Carter toont – in Proust verliefd – overtuigend aan dat Proust zijn door hem aanbeden
chauffeur/vliegenier Alfred Agostinelli in zijn roman heeft gepersonifieerd in
de figuur van Albertine. Net als Agostinelli, die verongelukt met een
vliegtuig, sterft ook Albertine veel te vroeg. Het onvermijdelijke lot van deze
liefde is dat het verdriet om de dood van de geliefde verglijdt in onverschilligheid
en uiteindelijk in vergeten. Dat is de uiteindelijke mislukking van elke
liefde: zij vermag de vergankelijkheid en de dood niet te overwinnen. Maar waar
de liefde faalt, slaagt de romanschrijver: ‘de herinneringen aan de mensen van
wie we hebben gehouden en de gelukkige dagen die we samen hebben doorgebracht,
kunnen als een kostbaarheid worden bewaard in een roman’ (176). Dat is de ware
betekenis van het leven en van de kunst van Proust (en van vele andere
kunstenaars): de dood tijdelijk te overwinnen. Tijdelijk, uiteraard, want geen
enkel kunstwerk zal de eeuwigheid veroveren. Maar toch een beetje, soms. De herinnering
aan de mensen die ons zijn ontvallen, vervaagt al vlug: we vergeten hen na een
paar jaar (als we al niet veel eerder tot de orde van de dag zijn overgegaan,
zo gaat het nu eenmaal). Sommige kunstwerken daarentegen waarin wij diegenen
die ons vroegtijdig zijn ontvallen ‘vereeuwigen’, verdwijnen na hooguit een
eeuw. (Maar het overgrote deel wordt
veel eerder versnipperd, verpulverd of meegegeven met het oud papier, of loopt voorgoed
verloren in een van onze digitale waanwerelden).