droom #33
De voorstelling van mijn culinair-historisch vissenfotoboek over Brugge vindt plaats in de gotische zaal van het Brugse stadhuis. De mensen van Lannoo hebben de stapels klaargezet, zij verwachten kennelijk een hoge afzet. De zaal zit afgeladen vol. Ik zit midden in de massa, incognito. De burgemeester, Patrick Moenaert, houdt een speech. Hij doet erg negatief over het boek. Als een volksmenner staat hij op een stoel en buldert, de bek wijd open. Zijn tirade laat er geen twijfel over bestaan: de auteur van dit Bruggeboek kent er niets van en heeft een miskleun afgeleverd. Ik zie de mensen van Lannoo even snel krimpen als dat zij hun zakencijfer zien kelderen. Moenaert haalt een map boven met knipsels uit de Knack. ‘Dat zijn tenminste mooie artikels over Brugge,’ orakelt hij. De burgemeester schijnt niet te beseffen dat in zijn map ongetwijfeld ook door mij geschreven artikels steken. Hetgeen bewijst dat hij noch het vissenfotoboek noch de artikels heeft gelezen. De speech wordt natuurlijk op een daverend applaus onthaald en er worden naderhand slechts een twintigtal boeken verkocht. Na afloop ga ik kijken in het achterafzaaltje, waar de aangeslagen Lannoo-mensen bij hun onverkochte stapels zitten. Dan pas zie ik zelf, voor het eerst, mijn boek. De foto’s staan er helemaal niet in afgedrukt. Ze steken in een plastic mapje dat bij het boek moet worden gevoegd. Elke foto staat apart op één fototoestelgeheugenkaart. En dan is er nog een strip met klevers die de eigenaar van het boek eigenhandig op al die geheugenkaartjes moet kleven: een onbegonnen werk.