Vorige week maakte de Vlaamse minister-president Yves Leterme samen met de federale vice-premier Johan Vande Lanotte en vrijbuiter Jean-Marie Dedecker, die op 10 juni onder het motto ‘Gezond verstand’ met Lijst Dedecker naar de verkiezingen trekt, een opgemerkte verschijning in het amusementsprogramma ‘Debby en Nancy’, dat met irritant aangehouden hoge kopstem wordt gepresenteerd door twee gladgeschoren en zich als vrouw verkledende mannen. Leterme en Vande Lanotte waren verkleed als gestrande schipbreukelingen en wachtten met aangemeten lange baard op een verlaten eiland op redding, die er uiteindelijk kwam in de glunderende persoon van kapitein Dedecker.
In het Vlaams Parlement werd Leterme daar eergisteren op aangesproken door Filip Dewinter, fractieleider van de grootste oppositiepartij: het gezag van de politici, niet alleen van de politici die deelnamen aan het programma maar van álle politici, was door het optreden aangetast. Ik vond die kritiek terecht.
Het verweer van Leterme was zwak. Hij verwees naar andere politici die ook hun bekendheid inzetten voor amusement en vertier. Het dieptepunt in zijn verdediging was de stelling dat hij ‘niet in het bijzonder als minister-president’ had deelgenomen aan de uitzending.
Dat kan natuurlijk niet. Of het moet zijn dat Leterme in gedachten al afscheid aan het nemen is van zijn functie. Alsof hij zich al zo vaak heeft voorgesteld wat het zou zijn om federaal premier te worden, dat hij zich eigenlijk al geen Vlaams minister-president meer voelt. Wat zou kunnen verklaren hoe het mogelijk is dat hij als hoogst geplaatste politicus van Vlaanderen ‘niet in het bijzonder’ als dusdanig aantreedt in een druk bekeken televisieshow.