zondag 11 december 2005

Ik lees Proust niet, ik vertaal hem (37)

Et de redire ce nom qui ne nous donne rien de plus que ce qu’on sait déjà, on éprouve le besoin sans cesse renaissant, mais à la longue, une fatigue.
(III:432)

En altijd maar deze naam uitspreken brengt ons niets bij dat we niet al wisten. We voelen de onophoudelijk opkomende behoefte ertoe, maar op de duur worden we er moe van.

En het herhalen van die naam die ons niets meedeelt dat wij niet al weten, is een voortdurend in ons opkomende behoefte, maar op den duur, een vermoeienis.
(Cornips VI:19)