zaterdag 3 december 2005

David Cronenberg, A History of Violence

Ik heb die Ban van de Ring-dinges niet gezien maar ik kan me voorstellen dat regisseur David Cronenberg met steracteur Viggo Mortensen (Aragorn in de Ban-triologie) een citaatgrapje aan het uithalen is wanneer onze vermoeide en verwonde held Tom Stall ergens achterin A History of Violence op zijn knieën neerzijgt bij de kasteelvijver van zijn broer zaliger om er na een nachtje moorden met fris kasteelvijverwater het zweet van zijn slapeloze kop te spoelen en het gapende kogelgat in zijn schouder uit te wassen – ik zie het immers zó voor me: Aragorn die, omringd door zeven kuise elfen, in een waas van glinsterende mist en met in het gras zéér scherp in beeld gebrachte dauwdruppels, zich – met een louterend strijkje van een 150-koppig orkest op de achtergrond – vermoeid over een plas buigt en zijn spiegelbeeld, waarin hij eerst, een katharsis ondergaand, een tijdje heeft zitten staren, met dorstige handen doet uiteenrimpelen omdat de drang naar helend water in hem niet te stuiten is (gevat in een ranke ranonkel flikkert onder het wateroppervlak de ooit aan de klauwen van de golem ontglipte ring die onzichtbaar maakt, maar dat ziet onze held niet etcetera – achter de heuvels grommelt inmiddels de vulkaan waarin de smordors hun gruwelijke wapens aan het smeden zijn).
Maar dat terzijde. Mortensen is terug zichzelf in A History of Violence, dat wil zeggen, hij mag weer gewone mensen spelen. En hij doet dat niet slecht. Ik zag dus die film en hier volgt wat ik daarover te melden heb binnen het bestek van een weblogbijdrage, dat wil dus zeggen: kort en gecondenseerd en niet met van die Ban van de ring-wijdlopigheid die ik hierboven beoogde te persifleren maar dat had u al begrepen.
Over het verhaal van A History of Violence verklap ik niets – dat is spannend genoeg en ik wil het spannend houden voor u. Wel vraag ik me af waarom ik al die opengereten kogelwonden en uit elkaar gespatte facies moet zien – heb ik de voorbije jaren iets gemist misschien, blijkbaar is de filmtaal van enig opbod op dat vlak niet gespaard gebleven.
Wat ik wil zeggen is dit: A History of Violence hinkt op twee benen – en ik zou het tamelijk geniaal vinden van de regisseur als hij ook dát, ik bedoel dat hinken, zou geregisseerd hebben. De plot is zo spannend en de geweldscènes zo bloederig in beeld gebracht, dat het karikaturaal wordt. Een ongewapende en gewonde man hakt met handen en voeten drie zwaarbewapende boeven in de pan. Of: man betreedt met voor zich uit gestrekte armen en in beide vuisten een blaffer gekneld een kamer en zwiept dan links-rechts als een klapdeur op zijn as om de hele ruimte in één opslag van zijn arendsoog op vijanden te screenen etcetera. Zo’n zaken werken uiteraard op de lachspieren, in die mate dat we niet mogen uitsluiten dat het Cronenbergs bedoeling is geweest om het pief-poef-paf-genre te persifleren. Te meer daar we op het eind van de film (held komt moe van het moorden thuis en wordt opnieuw in zijn gezinnetje opgenomen, dochtertje van zes staat op om moeë paps een bord te geven…), een werkelijk hilarisch pathetisch-melodramatische close-up van moederlief te verwerken krijgen, waarbij je zelfs even denkt dat ze, in plaats van de betraande mengeling van wanhoop en nog aarzelende bereidheid tot toenadering in één expressieve grijns samen tot uitdrukking te brengen (wat ze min of meer doet), in een bevrijdende lach zal uitbarsten – zo van, haha, toeschouwer, het is allemaal een klucht-van-hier-tot-ginder, we hebben u bij uw pietje.
Dat is het ene been: dat het zo serieus is allemaal, dat je op de duur niet weet of het niet om te lachen is. Het andere been waarop de film ‘hinkt’ – hoewel, hinken is niet echt het juiste werkwoord, ’t is echt wel fier rechtop stappen, bijna schrijden zelfs – het andere been dus is dat Cronenberg en passant er toch wel in slaagt een paar doordenkertjes met filosofisch gehalte op te roepen. Over hoe het kwaad zich doorzet van generatie op generatie, bijvoorbeeld. Of hoe je iemand nooit helemáál kent en dat elk contact altijd minstens gedeeltelijk op leugens berust.
Niet het plot, niet de acteerprestaties, niet hoe het allemaal in beeld is gebracht maken A History of Violence tot een memorabele film – ik ben geen specialist in het genre, maar ik vermoed dat het allemaal niet veel méér is dan ‘goed gedaan’. Wel dat ‘op twee benen hinken’: dat je uitgenodigd wordt om zowel te gruwen als te grijnzen, en dat je tijdens het naar huis fietsen toch een paar doordenkertjes blijkt te zitten herkauwen.