HÉLABA
Net voor het binnenrijden van Brussel-Zuid was ik in slaap gesukkeld. Dat overkomt me wel vaker op de trein – het is er een van de voordelen van, dat het daar mogelijk is. Wanneer ik ontwaak, merk ik meteen dat mijn rugzak, aan het vrije zitje naast mij toevertrouwd en met erin allerlei waardevolle bezittingen, onder meer een laptop van mijn werkgever, verdwenen is. Ik veer recht en zie in het middengangetje een mij onbekende jongeman schrikken. Hij heeft mijn rugzak vast. Ik roep ‘Hélaba!’. Hij zet de rugzak neer. Een medereiziger kijkt apathisch toe. Dit is hoe onveiligheid concreet aanvoelt.