donderdag 6 november 2025

notitie 503

GRATIFICATIE


Waarom we niet betogen tegen de gruwel in Soedan: er valt niets te winnen aan ideologische identiteit | De Standaard 

De inspiratie achter Loobuycks toepassing van zijn moraalfilosofie is hier ‘zuiver’ christelijk: goed doen is niet goed, of niet goed genoeg, als de goeddoener gratificatie verwacht. Je mag in ruil voor je goede daden, die voortvloeien uit ‘onze intentie- en deugdenmoraal’, geen erkenning verwachten. Daar kan ik het nog mee eens zijn. Maar ik ben het niet eens met zijn besluit: ‘Onze morele blik is menselijk en dus altijd beperkt en onvolmaakt, maar dat betekent niet dat we ons niet moeten blijven inzetten voor een wereld waarin ieder leven evenveel waard is.’ Het eerste deel van deze zin is ook nog oké. We zijn menselijk, al te menselijk. Maar de impliciete aanklacht in het tweede deel is kwalijk: namelijk dat mensen die zich om het lot van de Palestijnen bekommeren en zich niet bezighouden met wat er in Soedan gebeurt de mening zouden zijn toegedaan dat niet elk leven evenveel waard is. Die insinuatie is zonder meer kwalijk en een ‘moraalfilosoof’ onwaardig.

Loobuyck zou misschien beter iets zeggen over de werkelijke motivatie van de deelnemers aan pro-Palestijnse acties in ons land. Misschien zijn niet alle beweegredenen van alle deelnemers ‘zuiver’ op de graat en dus niet volledig vrij van het verlangen naar erkenning en identificatie, maar feit is wel dat zij toch eerst en vooral protesteren tegen de medeplichtigheid van onze bewindvoerders aan een genocide. Dat brengt Gaza dichter bij dan Al-Fashir. Mocht er evenzeer een rechtstreeks en aantoonbaar verband bestaan tussen het beleid van onze bewindvoerders en de toestanden in Soedan, dan zouden daar evengoed protestacties rond ontstaan.

De meer dan honderdduizend mensen die op zondag 7 september in Brussel hun solidariteit met de Palestijnen betuigden en de vele duizenden die op andere plaatsen in ons land blijven samenkomen, ook al worden ze uit elkaar geklopt, waren en zijn daar niet omwille van de gratificatie van hun ‘eigen morele integriteit en de zuiverheid van hun intenties’ of hun ‘ideologische identificatie’ – zoals Loobuyck het zich veroorlooft te schamperen.