fragment uit Het maaiveld
DE GROENE WATEREN (2)
Het eerste voorwerp is een speelgoedpistool. Nu geen politiek correct speelgoed meer, maar in die tijd was het heel courant dat kleine jongetjes, een vuurgevecht mimerend, achter elkaar aanzaten. ‘Pang-pang-pang!’ riepen ze daarbij. Wanneer ze – altijd denkbeeldig! – geraakt waren, moesten ze met veel misbaar ter aarde neerstorten en zich daar voor dood houden. Die dood duurde maar even: een wonderbaarlijke verrijzenis liet nooit lang op zich wachten.
In sommige van die neppistolen stak een mechaniek waarin je een papierrolletje moest aanbrengen. Dat schoof bij elk schot een eindje op. Op het rolletje, baksteenrood van kleur, waren donkergrijze stippen aangebracht die bestonden uit een laagje buskruit. Het overhalen van de trekker deed een hamertje op die stippen terechtkomen, wat een knal én de karakteristieke, ijzerhoudende geur teweegbracht. Ik had zo’n pistool. Maar het vreemde was dat het niet het Colt-model was, zoals we het kenden van de westerns op tv of het in die tijd zeer populaire cowboyfeuilleton Bonanza, maar een zwart en hoekig exemplaar, waarin ik pas veel later, toen ik het allang niet meer in mijn bezit had, een Luger herkende, het pistool waarmee tijdens de Tweede Wereldoorlog de Duitse Wehrmacht en Luftwaffe uitgerust waren. Ik heb geen idee waar mijn nep-Luger zich op dit ogenblik bevindt – ik zou het eigenlijk wel graag weten.
Uit de groene wateren diep ik een Nivea-strandbal op. Daar valt weinig spectaculairs over te zeggen. Donkerblauw van kleur, het merk in vette witte kapitalen daarop afgedrukt. Met de mond via een ventiel op te blazen. Ook verdwenen, roemloos allicht, samen met het opblaasbare zwembadje van een petroleummerk waarvan ik mij niet de naam herinner maar wel het logo, dat iets met de prehistorische dinofauna te maken had.(*)
(*) Het ging om de Sinclair Oil Corporation, die een dinosauriër in haar logo had.