donderdag 20 mei 2010

mijn woordenboek 265

ALGORITME

Als mens van mijn tijd durf ik wel eens een autistisch trekje te vertonen. Kan geen kwaad, denk ik dan, als het maar onder controle blijft. Zo hou ik mij bezig – ik geef het toe – met het aan een mentale dissectie onderwerpen, tot in de kleinste details, van de bewegingen en handelingen die ik in bepaalde situaties moet volbrengen, en van de volgorde waarin dit moet gebeuren. Het gaat om procedures, of algoritmes, waarvan niet kan worden afgeweken. Als ik mij er eenmaal hyperbewust van ben, zo denk ik dan, zullen deze bewegingen en handelingen vlotter kunnen uitgevoerd worden.

Een dergelijke situatie doet zich voor wanneer ik thuiskom. Dat gaat dan zo. Ik nader op mijn fiets mijn woning. De sleutel van de poort van de garage waarin ik mijn fiets moet stallen, haal ik al tijdens deze nadering boven en houd ik klaar. Ik open de poort, duw mijn fiets naar binnen, ontsteek het licht, sluit de poort en duw mijn fiets naar het rek waarin hij zijn vaste plaats heeft. Ik plaats de fiets in het rek, ga naar de deur die garage en hal met elkaar verbindt en doe het licht in de garage uit. Dan ga ik, nadat ik het licht in de hal heb aangestoken en alvorens rechtsaf naar de brievenbus te gaan, eerst linksaf naar de lift om er op de knop te duwen die de lift naar beneden doet komen. Vroeger ging ik altijd eerst naar de brievenbus. Deze extra stap – eerst naar de lift en pas dan naar de brievenbus – is er pas laat gekomen want het heeft, ik geef het toe, wel eventjes geduurd vooraleer ik had ingezien dat er tijdwinst te boeken viel: als de lift van helemaal boven tot beneden moet komen, duurt het langer als ik eerst naar de brievenbus ga en pas dan de lift roep dan omgekeerd. Natuurlijk win ik geen tijd als de lift al beneden staat, maar hij bevindt zich vaker boven. Dat is proefondervindelijk gestaafde statistiek. Niet dat ik dat allemaal geteld heb, het is een aanvoelen. En toen dat aanvoelen zich eenmaal had omgezet in een wéten, en vervolgens in een onthouden van dat weten, kon ik dat onderdeel van mijn algoritme bijsturen.

En zo zijn er nog een aantal dingen te doen, in een juiste volgorde, ten einde met de grootste efficiëntie en zo snel als maar mogelijk is mijn appartement te betreden. Sleutel van de voordeur al klaar houden in de lift en dat soort zaken.

Het vreemde nu is dat het hyperbewust opvolgen van een dergelijke procedure contraproductief kan zijn. Wees je maar eens bewust van wat je allemaal doet als je een trap bestijgt, met een fiets rijdt, een auto bestuurt. Je mag er niet aan denken wat er allemaal mis kan lopen. De angst dat iets misloopt zelf: die kan je nooit onder controle houden, die kan je nooit in het algoritme inpassen. Er zijn zoveel handelingen die je beter ‘vanzelf’ kunt doen. Het is hallucinant: we zijn vaak meer machine dan mens.