Deze foto is als foto niet zo bijzonder, dat besef ik wel, maar ik blik er hier op terug omdat zij staat voor de vele tientallen foto’s die nu nog altijd een tastbare herinnering vormen aan een tijd toen ik heel intensief het Ryckeveldebos bewandelde en er op den duur een zeer hechte band mee kreeg. Ryckevelde is niet zo groot, nauwelijks twee vierkante kilometer, maar doordat ik nooit hetzelfde traject aflegde en er op verschillende tijdstippen van de dag, in alle seizoenen en onder alle mogelijke weersomstandigheden kwam, liet het zich nooit op dezelfde manier aan mij zien. Dat opende mijn ogen – en als ik met de kennis die ik door die wandelingen heb opgedaan deze foto zou benaderen, zou ik zeggen: weet dat die ene foto nooit méér dan een momentopname kan zijn, dat zich achter de klaarblijkelijke werkelijkheid die wordt getoond altijd een veelheid van gedaanten en bijhorende interpretaties en emoties verbergt. Hier lijkt het bos misschien mysterieus en in zichzelf gekeerd, maar het is evengoed uitbundig, triest, extravert, stom… De kwaliteit van een foto hangt ook dáár van af: in welke mate zij, in één beeld, van het onderwerp meer dimensies dan alleen maar de klaarblijkelijke weet te vatten. Dat is het duidelijkst met een portret, maar je mag het ook van een landschap, een stilleven of welke foto dan ook verwachten.