Een generatie opgevoed met elektronische media is voor de rest van het leven gevoelig voor deze media en grijpt naar deze media wanneer zij zich wil uitdrukken. Het spreekt vanzelf dat wij in een overgangsfase leven. Een overgangsfase wordt gekenmerkt door crises, door de grote massa onbewust, door een kleine kern bewust aangevoeld. De crisis die ons bezighoudt, is de vaststelling dat het schrijven van teksten een ouderwets expressie- en communicatiemiddel is, en literatuur als gevolg daarvan een overleefde kunstvorm […].
Julien Weverbergh, ‘Literatuur is een met stro opgevulde mummie’ (1970), in: weverbergh ’30-’70, De Arbeiderspers (2006), 302
(zie ook: een bijzonder geestig filmpje)