vrijdag 10 november 2006

Ferroviaire observaties (2)

Vreemd, de veiligheidsvoorschriften in de ringmap die op zijn schoot ligt zijn in het Nederlands opgesteld, maar toch voert hij het telefoongesprek – stil, discreet, met ingehouden maar toch uitgesproken emotie – in het Frans. Een keurig Frans, met nauwelijks het accent dat het Belgische Frans zo verminkt.

- Da’s niet erg slim wat u daar zegt.
- Maar mevrouw, sla niet zo’n toon aan.
- Toch wel!


Ik schat de man op een jaar of 45. Hij draagt een jeans, een lichtblauw jasje. Keurig maar sportief. Het blond-grijze haar is kort geschoren. Geen ringen aan de vingers. Geen andere sieraden. Een zuinig mondje, gladde wangen.

- Kijk eens aan. Het spel zit op de wagen.
- Bel me terug als u een beetje gekalmeerd bent.
- Bent u daar nog?


Er is onenigheid, maar de toon is zakelijk. Eerst denk ik dat het om echtscheidingsperikelen gaat, maar dat lijkt, gezien de beleefdheidsvorm van de tweede persoon, niet waarschijnlijk. Ik doe alsof ik lees, maar in werkelijkheid luister ik de man af en noteer ik zelfs wat ik hoor – onder het mom van notities te nemen bij wat ik lees. De gsm-verbinding valt weg, waardoor het lijkt dat de vrouw aan de andere kant van de lijn de hoorn op de haak heeft neergegooid (al belt ze misschien zelf met een gsm, wat de uitdrukking aan het wankelen brengt). Een paar seconden later is er weer dat idiote ringtoontje, het past hoegenaamd niet bij de ernst van de conversatie. Die gewoon wordt voortgezet. Nu gaat het over rolluiken en gordijnen. Er blijkt onenigheid te bestaan over een nog maar net, of net niet, afgesloten huurcontract. Dat maakt mijn afluisterpraktijken al wat minder indiscreet.

- Informeer u eens wat beter alvorens besluiten te trekken. U hebt nogal sterk ontwikkelde vooroordelen.

De trein bereikt het station van Gent. De man, nog steeds in zijn gesprek verwikkeld, staat recht en schuift door het gangetje mee aan naar de uitgang van de wagon. Zijn blik kruist de mijne, ik heb hem domweg met mijn ogen gevolgd.