zondag 15 augustus 2010

overschrijven 140

Ik denk somtijds

Ik denk somtijds, als ’t avond wordt,
Hoe wij ’t geluk met voeten
Vertraden om een nietig woord,
En hoe we daarvoor boeten.

Ik denk me een huizeken klein en rein
Met bloemen in alle hoeken,
Een gouden zonnestraal op den vloer,
En hier en daar wat boeken.

Daar midden, geurend en fleurend in,
Uwe schoonheid, de schalke, de blonde:
Ach neen, ’t geluk lag niet ver, mijn kind,
Toch hebben we ’t niet gevonden.

De zoetgekruide wijn, hij laat
In den beker bitteren droesem,
En telkens laat die herinnering
Meer bitterheid in mijn boezem.


Victor dela Montagne
uit: Tussen droom en daad, 157