donderdag 17 oktober 2024

een mooi moment, vorige week 35

Wat aanvankelijk begint als een wat saaie krimi met goedkope decorstukken met veel oranje, beige en bruin om de kijker naar de grauwe jaren zeventig te leiden, en waarbij je denkt dat het er vooral om te doen is om de dader te klissen, dijt uit tot een veel ruimere, kritische zedenschets van een tijdperk waarvan we heel blij mogen zijn dat het achter ons ligt. Als volgens sommigen vroeger alles beter was, dan toch niet in Noord-Engeland, in die tijd. De Yorkshire-seriemoordenaar, naar een illustere voorganger ‘Ripper’ genoemd, heeft het op jonge vrouwen gemunt die ‘s nachts alleen op straat rondlopen. Aanvankelijk denken de speurders dat de slachtoffers altijd prostituees zijn, maar dat blijkt niet het geval. De makers klagen het logge politieapparaat aan, dat, mede door de onbuigzame genderclichés die er heersen, behoorlijk inefficiënt is, maar zij belichten ook het vrijwel totale ontbreken van een adequate slachtofferhulp en begeleiding van de nabestaanden. De aandacht verschuift. Het is de makers niet uitsluitend, en zeker niet in de eerste plaats, om de onthulling van de identiteit van de dader te doen.

De bijzonder sterke serie The Long Shadow is nog tot 26 maart 2025 te bekijken op VRT MAX.



https://www.vrt.be/vrtmax/a-z/the-long-shadow/



afscheid van mijn digitaal bestaan 435

voor deze rubriek selecteer ik de beste stukken die op deze blog zijn verschenen

27 augustus 2016


Natuurlijk is mijn leven niet interessant genoeg om er uitgebreid over te schrijven – schrijven cursief, dat betekent: altijd met de bedoeling, of de hoop, dat anderen het zouden lezen want dat is pas het echte schrijven natuurlijk. Natuurlijk heb ik niet genoeg meegemaakt of gepresteerd. Natuurlijk leef ik in een te geschiedenisloze tijd. Hoewel? Dat laatste is aan het veranderen. Maar wat is mijn aandeel daarin meer dan dat van een hopeloos passieve toeschouwer? Ik ben te veel alleen maar in gedachten een activist om er ten overstaan van anderen over op te scheppen. Want aanmatigend, dat is het echte schrijven natuurlijk altijd.

Hoe kan ik de banaliteit overstijgen? Want ik wil wel schrijven, natuurlijk. En ander materiaal dan mijn eigen, banale, leven heb ik niet. Bovendien heb ik allerlei imponderabilia te omzeilen. De privacy van mijn – nog levende – bond- en lotgenoten namelijk. Sommige feiten kan ik niet vermelden zonder schade aan te richten. Er zijn er zelfs die mij al hebben verzocht toch maar niet over hen te schrijven. En zeker mijn kinderen wil ik niet al te veel in mijn verhaal betrekken, zelfs niet in de zin dat het ook mogelijk is dat ik in hun leven ingrijp door wat ik over het mijne te vertellen heb.

Schrijven is een heikele onderneming. De fictionalisering van het eigen leven bestaat niet alleen uit dramatisering, mythevorming of het aanbrengen van een plot in wat op zich enkel stompzinnige voortgang of herhaling is. Ze bestaat minstens voor een deel ook uit verbloeming, respect voor en het ontzien van anderen, die er niet om vragen dat hun geschiedenissen, samen met die van jou, op de keien van de openbaarheid worden uitgestort.

Rekening houden, en toch niet in nietszeggende en onbeduidende steriliteit verzanden: dat is de hele kwestie.


7349

Assens (DK)-Faaborg (DK) - 240813


woensdag 16 oktober 2024

driekleur 562

Oeroude obsceniteit is het, met de hand ingekleurde foto’s van schilderijen uit de negentiende eeuw, op ansichtkaartformaat maar rijk gedetailleerd, een en al roomgeel, hoogrood en rozenroze. Het zijn vooral oosterse taferelen: een schare goed gevulde, elkaar betastende haremvrouwen in een Turks bad, een Moor met een tulband op die het achterlangs doet met een geknield meisje, een naakte hoer op een bank die wordt geriefd door haar zwarte slaaf.

John Banville, Eclips, 61


een mooi moment, vorige week 34

FREUD EN DE VROUWEN

Hoe het onderwerp ‘Freud en de vrouwen’ op een en dezelfde dag meerdere keren bij me aanklopte. Het begon vanmorgen met een bezoek aan een bevriend stel waarvan de vrouw zich nogal intensief in de psychoanalyse verdiept. Ja, ze bestaan nog. Daarna volgde een vrije dag met slecht weer, dus een dag van voornamelijk lectuur. Met uitsluitend vrouwelijke auteurs – maar dat is volledig aan het toeval te wijten, hoewel freudianen er uiteraard een kluif aan zouden hebben. Lou Andreas-Salomé wijdt in haar Terugblik op mijn leven een heel hoofdstuk aan de Weense wonderdokter (deze absoluut niet positief bedoelde benaming hebben we te danken aan Nabokov, als ik mij niet vergis). Het is, zoals ongeveer heel dat boek, een in grote mate onleesbaar hoofdstuk, maar dat zal wel aan mij liggen. Ook Eva Figes heeft het over Freud, en wel in een boek dat ik aan het lezen ben om mijn awareness van de tegenwoordig sterk verbeterde maar daarom niet oningewikkelde verhoudingen tussen de seksen wat bij te spijkeren. Zij citeert een brief van de nog jonge Freud aan zijn verloofde en latere gemalin, Martha Bernays: ‘Ik zal jou het huis laten besturen zoveel je wilt, en je zult me belonen met je warme liefde, en door uit te stijgen boven al die zwakheden waarom vrouwen zo dikwijls veracht worden’. Een walm van negentiende eeuw stijgt uit deze zinnen op. Ook in de roman die ik nu aan het lezen ben (Nicole Krauss, Donker woud) speelt Sigmund mee. Het hoofdpersonage – ze heet Nicole – verdiept zich in Freuds essay over het unheimliche. En daarmee eindig ik deze dag, die net als veel te duiden dromen, nogal pointeloos afloopt. Ik neem nog even, met het risico mijn polsen te verzwikken, de Freud-biografie van Peter Gay ter hand, en lees daarin dat Sigmund niet ongevoelig was voor Lou’s charmes.

Lou Andreas-Salomé, Terugblik op mijn leven (vertaling (1974) door Thomas Graftdijk van Lebensrückblick (1968))
Eva Figes, Patriarchaal gedrag (vertaling (1972) door Erin Wagenaar van Patriarchal Attitudes (1970))
Nicole Krauss, Donker woud (vertaling (2017) door Rob van der Veer van Forest Dark (2017))
Peter Gay, Sigmund Freud. Zijn leven en werk (vertaling (1988) door Bert van Rijswijk van Sigmund Freud. A Life for Our Times (1987))


241009

afscheid van mijn digitaal bestaan 434

voor deze rubriek selecteer ik de beste stukken die op deze blog zijn verschenen

24 augustus 2016

Heerlijk om je bij zo’n weer in een uit zijn voegen barstende tweedehandsboekenzaak in het zweet te sjouwen. (…) Ook vandaag heb ik weer prijs (...): Het stenen vlot van José Saramago, Onafhankelijke mensen van Halldór Laxness, Mijn leven als man van Joseph Roth (zeer benieuwd naar), De Zuilen van Hercules van Paul Theroux en Jij bent mijn mes van David Grossman. Dat laatste boek is een roman opgevat als een briefwisseling tussen een man en een vrouw en ik vind het een heel mooie titel. Deze Nederlandse vertaling werd in 2000 uitgegeven.

Thuis merk ik dat het een muffe geur uitwasemt. Tabaksrook, verschaald papier? Ik kan het niet meteen thuiswijzen. Er steekt ook een enveloppe in het boek. Laat mij indiscreet zijn! Het is een langwerpige enveloppe, met in de linkerbovenhoek het logo en adres van de Pousada Flor da Rosa in het Portugese Crato. Pousada betekent herberg of hotel. Even opzoeken leert mij dat het een luxehotel betreft dat op booking.com een 8,8 scoort. Op de enveloppe staat geschreven: ‘Aan mijn allerliefste schat. Van haar allerliefste schat.’ In de enveloppe steken twee kattenbelletjes en een brief. Het eerste kattenbelletje gaat als volgt: ‘Goeie morgen mijn schat. Lekker geslapen? M.’ (Ik kort de naam tot de initiaal in.) Het tweede: ‘Ik hou heel veel van mijn schattebout! Je schat M.’ Vreemd, net zoals op de enveloppe bestempelt de beminner zichzelf tot beminde. En dan de brief, daar bent u vast en zeker benieuwd naar. Die gaat als volgt: ‘Flor Da Rosa, 30 september 1998. Mijn allerliefste schat, / Nu ons eerste negen-maanderke voorbij is, kan ik je nog steeds hetzelfde zeggen als toen: / Kom hier eens naast mij zitten; / Ik zie je heel graag! / Weldra kunnen we beginnen aan ons 2e negen-maanderke (Simka’tje) en ons vele negen-maanderkes (altijd) bij elkaar. / Slaap zacht deze nacht en tot morgen-vroeg aan het ontbijt. / Ik hou heel veel van jou! / Je schattebout / M.’ Toch bizar, als je het mij vraagt. Die ‘negen-maanderkes’ voeren op een wel erg biologische manier de seksualiteit binnen in deze eenrichtingsconversatie. Wat dat enigmatische ‘Simka’tje’ wil zeggen, dat behoort definitief tot een nooit te achterhalen privétaal. En dan is er die omstandigheid dat beide gelieven zich wel in hetzelfde hotel ophouden (ze ontbijten samen), maar blijkbaar niet in hetzelfde bed. Enfin, wat er ook van zij, Jij bent mijn mes lijkt mij een veelbelovend brievenboek!




7348

Assens (DK) - 240812


dinsdag 15 oktober 2024

een mooi moment, vorige week 33

TOILE CIRÉE

Hoe we daar op kwamen, weet ik niet meer zo goed, maar opeens had iemand het over het feit dat hij, of een van zijn ouders, verwekt was in Roubaix, op een toile cirée. Sommigen begonnen zich daar allerlei voorstellingen bij te maken, erotisch Van Aert, uiteraard. Roger De Vlaeminck in de rudimentaire douches van de wielerbaan kwam voor mijn geestesoog, en zo, maar het was toch een vreemd verhaal. Iemand zei dat er voor toile cirée geen Nederlands woord bestond. Toch wel, zei P., die glazen stond af te wassen achter de toog. ‘Tafelzeil’. Ik vond dat niet bevredigend. B. wist dat men het in het Brugs had over een toole. Ik hield het in mijn verbeelding bij toile cirée, dat leek me de beste ondergrond voor de verwekking van een kind. Op een tafel in Roubaix, of all places.

241008

afscheid van mijn digitaal bestaan 433

voor deze rubriek selecteer ik de beste stukken die op deze blog zijn verschenen

2 augustus 2016

Brugge, 1 augustus 2016


Beste K.,

Je formuleerde een heel voorzichtige bedenking bij de foto’s die ik dagelijks op het internet plaats. Je deed het nog kies door te zeggen dat je niets van fotografie begrijpt. Van fotografie in het algemeen, welteverstaan. Daar geloof ik natuurlijk niets van. Je bent een beeldend kunstenaar, je bent al heel je leven bezig met grafische vormgeving, compositie, kleur, harmonie etcetera. Met betekenis ook want het woord betekent ook veel voor je. Je bent bovendien intelligent. Dus kan het niet dat dat medium jou volledig vreemd zou zijn.

Over mijn foto’s zei je dat je soms de indruk hebt dat ik ze at random maak. Of selecteer, dat was me niet meteen duidelijk. Dat kwam wel een beetje aan want ik heb wel degelijk de pretentie dat mijn foto’s iets betekenen en iets te betekenen hebben. Niet allemaal, natuurlijk: het zou idioot zijn te denken dat je in een jaar 365 beelden zou kunnen maken die er werkelijk toe doen. Dat besef ik ook wel, maar ik vind die volgehouden continuïteit op zich toch ook wel belangrijk.

Vandaag post ik mijn 4407de foto. En daar zullen er wel een paar tussen zitten die goed zijn. Of sterk. Of mooi. Wat dat dan ook moge inhouden. En dan zijn ze nog vast en zeker niet voor iedereen ‘mooi’. The eye of the beholder, je kent dat wel. Een foto die voor de ene kijker mooi is, is dat dan weer voor de andere niet. Waarom en hoe dat oordeel dan wordt gevormd, daar kan iedere keer een heel verhaal rond opgebouwd worden.




Gisteren postte ik dus foto nummer 4406. Je hebt hem misschien ook gezien. Een avondlijk beeld van een straathoek. Een stuk gevel op de voorgrond. De gebogen lijn van het trottoir. Een rood geverfd fietspad en de witte strepen van een zebrapad. Een paar bomen onder de straatverlichting. Op de achtergrond een fiets. Het is wat het is, meer is het niet. Deze constellatie trok mijn aandacht. Ze geeft een grafische kwaliteit, denk ik dan. Er is een sfeer. De fiets zorgt voor een discrete suggestie van een anekdote die oningevuld blijft. Iemand reageert: ‘De banaliteit ontroert me.’ Ik antwoord op deze reactie: ‘Mij ook, en dat de banaliteit die mij ontroerde ook een ander kan ontroeren, dat ontroert mij nog eens – dubbelop als het ware.’ Daar blijft het bij maar het is veel. Enfin, daar blijft het niet bij want die persoon, die ik niet persoonlijk ken, schrijft nog: ‘Ik wil je niet meer missen.’

Mijn foto’s zijn verre van technisch perfect. Ik weet dat en ik doe daar ook geen inspanning voor. Het gaat mij om wat er te zien is. Ik beoog geen afgewerkt product, dat tentoonstelbaar is of verkoopbaar als afzonderlijke print of publiceerbaar in een fotoboek. Als dat wel kan, des te beter, maar bij het afdrukken houd ik daar geen rekening mee. Ik houd mij enkel bezig met de vereiste scherpte, het kadreren, en uiteraard – in eerste instantie – met het tonen van wat ik heb gezien.

Het gaat mij eigenlijk vooral om dat zien. Mijn foto’s zijn een uitnodiging om goed te kijken. Om béter te kijken. In die banaliteit schuilt vaak (niet altijd) een schoonheid die, indien ze wordt opgemerkt, die banaliteit opheft. Die opmerkzaamheid ook bij anderen bewerkstelligen is mijn ambitie. De volgehouden inspanning, nu al meer dan twaalf jaar lang, levert af en toe een kleine vonk op, een herkenning, een erkenning soms. Het blijft allemaal zeer bescheiden. Er zijn mensen die dagelijks zien wat ik maak, die daar soms even bij stilstaan. Dat verschaft mij voldoening.

H. en A. merkten op dat zij een materiële neerslag van die foto’s missen. Dat is terecht, ik mis dat ook. Daarom wil ik een strenge selectie maken, tot ik een honderd of maximum tweehonderd beelden overhoud. Die wil ik dan ook op groot formaat en zo goed mogelijk afdrukken. Ik wil op basis van die selectie ook een boek maken zodat er iets tastbaars beschikbaar is, zodat mijn fotografie voor enkele tientallen gegadigden niet als een druppel verzinkt in de oceaan van die miljoenen fotografen op het internet. En dan zal ik benieuwd zijn, K., naar je oordeel want ik schat je bekwaamheid om over foto’s te oordelen wel degelijk hoog in, wat je er zelf ook over moge beweren.

Beste groet,


7347

FØns (DK) – 240812



maandag 14 oktober 2024

een mooi moment, vorige week 32

Kijk, zegt X., de kruinen kleuren al rood. Ze wijst naar de overkant van het Waggelwater waar inderdaad een kruin, die het licht van de al lager staande zon vangt, een rosse schijn krijgt. Ik zie wat X. mij laat zien. Ik had veeleer oog voor het egaal groene oppervlak: een groot deel van de vijver is met kroos bedekt. Een koppel eenden trekt er een dubbel spoor in, tot de tweede in het spoor van de eerste peddelt, dan is het maar één spoor. De eenden beschrijven het kroos, dat zich enkele seconden later weer sluit. Er blijft niets van de boodschap over. Ik maak een foto: het vale grijs van de lucht, het groen van de vijver, en daartussenin het donkerder groen van de bomen met daarin een rosse schijn.




241007


facebookbericht 1175

@ Jeroen Olyslaegers

Ik weet niet of wat je hier schrijft een reactie is op teksten als deze: https://www.facebook.com/photo?fbid=10234742706334561&set=a.1325699868357&notif_id=1728887153743830&notif_t=feedback_reaction_generic&ref=notifeen tekst waarin ik overigens ook het woord ‘kwinkslag’ gebruik: ‘Dit is de zelfzekere macht, die zich een kwinkslag veroorlooft.’


Toch dit. Natuurlijk is dit geen fascisme. En dat die adelaar niet enkel door de nazi’s als symbool is gebruikt, weet iedereen. Zelfs ik. Wie enkel om die reden bedenkingen uit, slaat de bal mis. Maar het is wel provocatie en jennerij want natuurlijk is het ingecalculeerd dat die adelaar, als een rode lap op een stier, dergelijke connotaties oproept. Het is misplaatst machtsvertoon en daarom een misbruik van een beladen symboliek. ‘Wie doet mij iets?’ straalt de burgemeester uit. Hij leeft van polarisatie en beleeft er daarenboven een soort van satanisch genoegen aan. Dit is echt niet het verbindende gebaar dat je van een burgervader mag verwachten. En dan heb ik het nog niet over het feit dat deze burgervader hier zijn zoon laat opdraven. Ik weet niet hoe oud die jongeman is, maar dat beeld blijft voor de rest van zijn leven aan hem plakken.


notitie 458

PRETORIAANS

Ik ben het hele mediagedoe rond de gemeenteraadsverkiezingen grotendeels uit de weg gegaan, maar gisterenavond keek ik toch even naar de televisie, en wel juist op het moment dat de burgemeester zijn intrede deed in de dancing waar zijn volgelingen zich hadden verzameld. Het was een onwaarschijnlijk staaltje bazenpoeperij, dat de VRT daar ten beste gaf. Voor wie het niet zou hebben gezien, hier een korte weergave van wat ik een klein halfuur lang heb mogen aanschouwen.

1. De jonge en in mijn ogen zeer bekwame politiek journaliste staat in de buurt van het MAS de aankomst van de burgemeester af te wachten en zegt dat hij elk moment kan arriveren.

2. De studio neemt het terug over, maar keert in allerijl terug naar Antwerpen wanneer daar een donkere SUV met geblindeerde ramen het plein komt opgereden. Toeloop van microfoondragende journalisten en camerapersoneel. De auto komt tot stilstand. Er wordt een cordon gevormd van vervaarlijk uitziende types, groot, kaalgeschoren, uitgerust met communicatieapparatuur en veel gezag uitstralend. Een meneer met een notaboekje wordt binnen het cordon toegelaten en gaat tot aan het venster van de achterbank. Er wordt overleg gepleegd. Er dient op iets te worden gewacht vooraleer de burgemeester uitstapt.

3. De journaliste, die nu live verslag uitbrengt van wat we zien, namelijk dat er niets te zien is, lult zeker vijf minuten door over wat er haar allemaal voor de geest komt met betrekking tot de gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen, dingen die we al zo vaak hebben gehoord dat we de volumeknop gewoon op stil kunnen zetten: de inzet, de opiniepeilingen, de tweestrijd, het onverwacht grote verschil, de voortzetting van het huidige bestuur, enzoverder enzovoort. Ondertussen moet de journaliste zich staande zien te houden in het gedrang. Zij en haar camerapersoneel, alsook de andere persmensen die daar ook staan, worden teruggedrongen door de gorilla’s. Wanneer echt de laatste druppel is uitgeschud en de journaliste voor de zoveelste keer herhaalt dat de burgemeester nu wel echt elk moment uit zijn SUV kan stappen, neemt de studio het terug over. In een beeldkader zien we hoe het gedrang in Antwerpen zich voortzet.

4. Snel-snel, terug naar Antwerpen! Een jongeman met een grote staf met daarop een beeld van een adelaar met gespreide vleugels vat post naast de SUV. De burgemeester, zoals steeds uitgedost in zijn gekende Oberbayernkostuum met de afgeronde hemdkraagpunten, stapt uit en maakt aanstalten om zich dancingwaarts te begeven. De journaliste becommentarieert wat wij zo ook wel kunnen zien. Het gedrang neemt vervaarlijke proporties aan en gaat over in gedrum. De burgemeester volgt de stafdrager. Het is onmogelijk niet terug te denken aan de fakkeltochtachtige stoet na een eerdere overwinning van de burgemeester, een spektakel dat ons enkele jaren geleden aan onverkwikkelijke nazitoestanden deed denken. Vandaag zien we minder triomfalisme. Dit is de zelfzekere macht, die zich een kwinkslag veroorlooft.

5. De burgemeester betreedt de zaal. De journaliste struikelt achter hem aan, verwoed pogend de pretor een eerste reactie te ontlokken. ‘Eerst de militanten,’ orakelt hij, voortgestuwd niet door de menigte maar door zijn garde, die hem door de menigte loodst. Die wijkt als de Rode Zee. De burgemeester bereikt het podium. Opvallend weinig leeuwenvlaggen, dictaat van het bestuur. Luid applaus. De onvermijdelijke beats die met dit soort vertier blijkbaar gepaard moeten gaan.

6. De burgemeester houdt, omringd door zijn dichtste medewerkers, zijn overwinningsspeech. De plaatsen die op het podium worden ingenomen verraden de pikorde. Het wordt allemaal live vastgelegd en uitgezonden op onze staatszender. Alsook het lied dat wordt aangeheven, van de eerste woorden tot en met de laatste noot. Het is niet het ‘We zullen hem niet temmen’, maar wel een volkse ode aan de Koekenstad, gebracht met zwaar Antwaarps accent. Wanneer deze koorzang eindelijk afgelopen is, krijgt de burgemeester een ruiker bloemen, die hij wil overhandigen aan zijn eega, die achterin de zaal heeft postgevat. Dit wordt nog altijd live in beeld gebracht. A propos, de jongeman die de standaard met de adelaar mocht dragen, blijkt de zoon van de burgemeester te zijn. Hij staat nog altijd op het podium, strak en gedisciplineerd voor zich uitkijkend.

7. De weg naar vrouwlief verloopt alweer moeizaam. Journalisten duwen microfoons onder de neus, de pretoriaanse wacht duwt mensen aan de kant, fans feliciteren hun idool. De studio neemt opnieuw over en respecteert de privacy van het matrimoniale momentje. Wat later krijgen we dan toch een interviewtje, zij het dat het niet wordt afgenomen door de jonge journaliste die in het begin van deze reportage hemel en aarde bewoog om de burgemeester een eerste quote te ontlokken, maar door een collega van haar die blijkbaar gemakkelijker rechtstreekse toegang heeft.

Tot hier het verslag van een halfuurtje verkiezingsprogramma op de VRT. Men begrijpt dat ik de rest van de avond naar een film heb gekeken. Voor de betekenis van de letters ‘SPQA’, die op zoonliefs staf waren aangebracht, verwijs ik naar onze ‘tig’ al dan niet door flaminganten gecontroleerde mediakanalen.


7346

Middelfart (DK)-Assens (DK) - 240812


zondag 13 oktober 2024

een mooi moment, vorige week 31

Kauwen zetten deze dag tussen haken. Ze begeleiden het eerste moment dat ik buiten kom vandaag, en zijn er ook wanneer ik bijna thuis ben van mijn laatste wandeling.

Vanmorgen ging ik iets na zeven uur naar de bakker in mijn straat. Het was nog donker. In de kruin van een van de bomen op de hoek met de Keizer Karelstraat hoorde ik hun nerveuze getsjek. Ze ontwaakten. Kauwen slapen samen. De kruin is hun dormitorium, de afzonderlijke takken zijn chambrettes voor telkens één stel. Kijk hoe die twee intiem, hoewel er plaats zat is, mooi dicht tegen elkaar aan op de dageraad wachten.

En dan vanavond. Op het eind van de Beenhouwersstraat valt een noot net naast me op het voetpad. De vrucht van een plataan, denk ik. Ik weet dat kauwen ze van grote hoogte laten vallen om ze open te krijgen. Zoals meeuwen ook doen met mosselen. Deze noot is niet open. Hij wordt onmiddellijk van voor mijn voeten opgepikt door een kauw die meer honger heeft dan angst voor mijn aanwezigheid. De vogel wordt – kauwen zijn geen alleenstaanden – vergezeld door zijn maat. De eerste kauw grijpt de noot met zijn bek en samen vliegen de twee naar een hoge dakrand, waar ze commentaar leveren op hun poging. Zo meteen laten ze die noot nog eens vallen. Tot het lukt.

241006


7345

Middelfart (DK) - 240812

zaterdag 12 oktober 2024

een mooi moment, vorige week 30

Ik hoop dat deze publicatie een beetje balsem op je ziel zal zijn, dat het je schaamte en schuldgevoel wat mag oplossen/verdunnen.’ Zo schrijft een van mijn snelste lezers in een lovende commentaar. Zijn werkwoordkeuze verrast me. Ik noem mijn autobiografische cyclus, waarvan Vaderader het vierde deel is, Het leven als voorlopige oplossing, net zoals mijn blog. Maar ik had daarbij nooit eerder gedacht aan de betekenis van ‘verdunnen’, wel van het tot een goed einde brengen van een probleem, een vraagstuk. Zeker is verdunnen’ ook goed: het schrijven is inderdaad een soort van homeostase, het herstel van een evenwicht waardoor de hele persoon, míjn persoon, beter in zijn omgeving kan staan. Een te hoge concentratie van negativiteit in één bepaald onderdeel verspreidt zich over het hele lichaam waardoor het, door de verdunning, niet langer een hinderlijke invloed kan uitoefenen.

241005

7344

Ribe (DK) - 240811


vrijdag 11 oktober 2024

een mooi moment, vorige week 29

Wat ben ik blij dat ik al die postzegels niet moet likken! Een vijftigtal zendingen, elk met drie zelfklevende Boudewijns of groenten, dat betekent honderdvijftig keer het zegeltje van het vel lospulken en mooi in de rechterbovenhoek van de enveloppe plakken. Ik voer dit leuke karweitje uit in het enige overgebleven postkantoor van mijn stad. Het werkje is niet in die mate aandacht-opslorpend dat ik niet de gesprekjes tussen de – het weze gezegd – vriendelijke loketbeambte en zijn klanten zou kunnen opvangen. Zo blijkt een heertje met een recommandé al van gezegende leeftijd. ‘Ik heb de oorlog nog meegemaakt!’ hoor ik hem trots verkondigen. De beambte zegt met gepaste bewondering (en in het Brugs): ‘Amai, dat zou je toch ook niet zeggen!’ Het heertje ziet er inderdaad pront en gezond uit, stel ik vast, even loskomend van mijn plakwerk. ‘Ja,’ zegt het manneke, ‘ik heb hier de Duitsers nog weten weggaan en de Canadezen toekomen.’ Vijfentachtig of daaromtrent moet hij derhalve zijn, reken ik snel uit terwijl ik in de weer ben met mijn zelfklevende wortelen, sperziebonen en komkommers. Als die kranige bejaarde zich de Canadezen herinnert, dan moet hij ook aan de Koningskwestie levendige herinneringen bewaren, denk ik nog.




241004


een mooi moment, vorige week 28

Ik vertaal voor uw en mijn gemak onze in het Frans gevoerde conversatie. Ze vond plaats aan de Blauwe Zaal te Sint-Kruis – of is het al Damme? Daar was een checkpoint voor de oldtimer-autorally, een van de activiteiten van het jaarlijkse oldtimer-treffen in Knokke-Heist, een m’as-tu-vu-event voor kapitaalkrachtigen die graag pronken met hun opgepoetste vintage sportwagens, of er zich vergapen aan die van anderen. Ik richt het woord tot een van de officials (‘OFF’), die mij vriendelijk te woord staat in, zoals gezegd, de taal van Molière, Montaigne en Mireille Mathieu.

P.C.: (wijst naar de geparkeerde Ferrari’s, Mercedessen, Bentleys, Porsches en Jaguars)Mooie karretjes (bagnoles) staan er daar!’
OFF: ‘Zeg dat wel!’
P.C.: ‘Jammer dat ik er niet van wist, ik heb die van mij thuis laten staan.’
OFF: ‘Jammer inderdaad, u had kunnen meedoen aan de rally.’
P.C.: ‘Doe ik zeker volgend jaar. Zeg eens, hoeveel kost mij dat?’
OFF: ‘3.650 zonder, 4.000 btw inbegrepen. Par personne.’
P.C.: ‘Hmm, leuk prijsje. Ik zal het eens moeten voorleggen aan moeder de vrouw.’

De official lacht even, maar moet dan het verkeer regelen voor een luid sputterende Jaguar type E die zich opmaakt om de weg op te draaien.

P.C.: ‘Tot volgend jaar, ik begin alvast te sparen. Nog een mooie dag!’






7343

Bordelum (D)-Ribe (DK) - 240811

donderdag 10 oktober 2024

afscheid van mijn digitaal bestaan 432

voor deze rubriek selecteer ik de beste stukken die op deze blog zijn verschenen

12 juli 2016


© Tim Dirven

Een volk krijgt de politieke leiders die het verdient. Men zegt dat wel eens en soms is het waar. Maar af en toe is het toch beter om zich niet zonder slag of stoot bij die boutade neer te leggen. Want wat moet ik doen als een politieke leider in mijn naam (‘Wij, Vlamingen’) iets zegt waar ik het absoluut niet mee eens kan zijn? ‘Spuw’ ik op ‘een taalgrens die ook een stakingsgrens is’? Neen, ik doe dat helemaal niet. Meer nog, ik ben dat niet van plan. Ook niet als het steek zou houden om te spuwen op een grens (letterlijk) of als het echt nodig zou zijn om te spuwen op dat verachtelijke Waalse stakersvolkje áchter die grens (metaforisch). Spuwen is niet netjes, en bovendien vind ik helemaal niet dat de taalgrens ook een stakingsgrens is. En zelfs als de taalgrens een stakingsgrens zou zijn, dan zou het best wel eens kunnen dat ik vind dat er aan deze kant te wéinig wordt gestaakt. Neen, minister-president, doe voor mijn part aan onbeheerste communicatie (of aan gepland steekvlamgespin), maar doe dat niet in mijn naam. Kijk eens naar hoe de wereld wérkelijk is. Kijk eens rondom u, en zie hoe u daar staat op die foto van Tim Dirven: eenzaam met uw viscerale haat en uw electorale paniek. Prettige Vlaamse feestdag, mijnheer de minister-president.




7342

Lübeck (D) - 240816


woensdag 9 oktober 2024

facebookbericht 1174

@Jeroen Olyslaegers

Niet naar het journaal kijken is dezer dagen inderdaad een goede optie. Volledig mee eens. Omdat het journaal geen journaal is die naam waardig. Maar je afsluiten van de gebeurtenissen die zich nu, nù, duizendvoud herhalen en van beelden van die gebeurtenissen die, met permissie, op dit ogenblik toch net iets relevanter zijn dan religieuze barokschilderijen, hoe interessant en inspirerend die ook mogen zijn, is dat niet. Ook al bestaat het gevaar van gewenning en afstomping, en al is zich ervoor afschermen misschien beter voor de geestelijke gezondheid dan ernaar kijken, toch deze suggestie: https://www.youtube.com/watch?v=kPE6vbKix6A&ab_channel=AlJazeeraEnglish




een mooi moment, vorige week 27

Ik kende het gedicht niet waarin Slauerhoff zegt dat hij in Nederland niet wil leven. Dat zal in Nederland allicht niemand overkomen, denk ik. Maar daar kent men waarschijnlijk ‘Internationale treinen’ van Richard Minne niet, die ook een reiziger was, maar dan in zijn hoofd. Wanneer Kees van Kooten in zijn column ‘Een nederhekel hebben’ de zeevarende poëet ter sprake brengt, heb ik niet meteen door dat hij citeert. Of parafraseert. Pas na de vermelding van de naam Slauerhoff begint het mij te dagen: ‘Hij hekelde het feit dat er hier niets openlijks gebeurde, men slechts in het geniep mocht krenken, het ging hem hier te kalm en te deftig…’ Na een rijm begint het helemaal naar poëzie te ruiken: ‘...men sprak er langzaam, werd nooit heftig’. Deftig/heftig: dat is geen toeval. De zinsnede ‘men wil niet meer om het welzijn van zijn medemensen denken en wie reeft er nog zijn lusten?’ (331) neemt de laatste twijfel weg want dat werkwoord, reven, ligt helemaal buiten het vocabulaire van Koot, hoe inventief en ongewoon dat bijwijlen ook moge zijn. Ik zoek ‘reven’ op in de Van Dale (editie 2005, de laatste papieren versie die ik kocht) en zie daar Slauerhoff geciteerd worden (nadat eerst de zeilkundige oorsprong van het woord is toegelicht): ‘beteugelen: <In Nederland wil ik niet leven, Men moet er steeds zijn lusten reven (...)>’. Aha, nu moet ik wel dat gedicht opzoeken, het kan niet anders dan een klassieker zijn – en waar maak ik kans, buiten het internet, om het te vinden? Juist ja, in Pfeijffers De Nederlandse poëzie van de twintigste en de eenentwintigste eeuw in 1000 en enige gedichten – al zal het ook wel in de dikke Komrij staan, maar die heb ik hier niet binnen handbereik.

In Nederland wil ik niet leven,
Men moet er steeds zijn lusten reven,
Ter wille van de goede buren,
Die gretig door elk gaatje gluren.

(...)

Aldus Slauerhoff in 1941 (postuum), die alleen in zijn gedichten kon wonen. En hier volgt de op een andere manier honkvaste Richard Minne (plusminus in dezelfde tijd: 1927):

(…)
Laat vrije baan aan de internationale treinen:
zij schuiven de toekomst open als gordijnen,
en brengen ons reukwerk, guano en schoenen,
den Volkenbond en appels voor citroenen.


Kees van Kooten, De tachtigjarige vrede, 2021

https://www.dbnl.org/tekst/slau001verz04_01/slau001verz04_01_0226.php#:~:text=In%20Nederland%20wil%20ik%20niet%20leven,%20Men%20moet%20er%20steeds
https://neerlandistiek.nl/2019/12/gedicht-richard-minne-•-internationale-treinen/#:~:text=Laat%20vrije%20baan%20aan%20de%20internationale%20treinen:%20zij%20schuiven


241002



afscheid van mijn digitaal bestaan 431

voor deze rubriek selecteer ik de beste stukken die op deze blog zijn verschenen

11 juli 2016


De arbeidsgeneesheer helpt me de cijfers te interpreteren, al had ik het meeste met een vluchtige blik op de uitdraai zelf ook wel juist afgeleid.

Witte bloedlichaampjes: perfect. IJzer: perfect. Trombocyten, u herkent de naam wel – dat zorgt voor de bloedstolling, hoe snel een wonde dichtgaat. Dat zit goed bij u, u hoeft zich geen zorgen te maken. Vitamine D, dat kan beter, maar dat is bij iedereen hier zo: we zien te weinig zon.’

Ze schijnt te weinig,’ zeg ik.

Ja. Ze schijnt te weinig. Dat ook. Hier, uw cholesterol, dat kan wel beter. Meer lichaamsbeweging en een beetje op uw voeding letten. Maar met de vetten zit het goed. En kijk, met die lever van u kunt u nog duizend jaar mee.’

Is dat niet wat lang, dokter?’ Ik bedank de dokter omdat hij weer eens voor een jaar of twee mijn medische geweten heeft gesust en keer terug naar mijn werkplek, waar het zonlicht niet doordringt.




7341

Lauenburg (D) - 240816


facebookbericht 1173

@Jeroen Olyslaegers

Het is geen advies of oproep, maar ondertussen heb je - pardon, ik moet in deze kringen zeggen 'ge' - toch maar tussen neus en lippen gezegd dat 'ge' Jos D'Haese niet geschikt acht om burgemeester te zijn. Zonder enig argument. Zoals ook Kathleen Van Brempt deed. Zonder ook maar enig argument. Ik vind dat kwalijk, allesbehalve democratisch of intellectueel eerlijk. Jos D'Haese is met voorsprong een van de allerbeste Vlaams parlementsleden van de voorbije vijftien jaar. Waarom zou hij dan geen goede burgemeester kunnen zijn?


dinsdag 8 oktober 2024

een mooi moment, vorige week 26

BEN: ‘Fien, jij bent van Aalst. En woon je daar graag?’

FIEN: ‘Ja. Het is een formidabele stad!’

BEN: ‘Je bent er fier op. Toch wat chauvinisme? Waarom is Aalst een formidabele stad?’

FIEN: ‘Oh, er zijn verschillende redenen. Het carnaval is er een van.’

BEN: ‘Doe je mee aan het carnaval?’

FIEN: ‘Ja hoor! Ik stap er in mee.’

BEN: ‘Verkleed?’

FIEN: ‘Natuurlijk.’

BEN: ‘Als…?’

FIEN: ‘Als bedwants!’

(Ben barst in lachen uit.)

FIEN: ‘Maar het was wel een Parijse bedwants!’

Zo aandoenlijk, deze Fien. Je vergeeft het haar wanneer ze in de quiz zelf, op de vraag in welke Nederlandse provincie Sluis, Vlissingen en Goes liggen, ‘Limburg’ antwoordt.




7340

Lolland (DK) - 240815