zondag 16 oktober 2005

Mijn eigen namen (29)

AMAZONE
Drie herinneringen. Disparaat; twee hebben met een auto te maken, een met een rocksong.
1) Dat ene halfjaar dat ik ooit bij een jeugdbeweging was: de scouts. Om de een of andere reden zitten we met de hele patrouille in de auto van de aalmoezenier. We rijden op het wegje tussen het Zoute en het Zwin. Onder ons de aaneenschakeling van betonstroken – het staccato van de teernaden. Met vijf of zes – kinderen nog – zijn we overgeleverd aan de ondeugd van de aalmoezenier: hij trapt de Volvo Amazone op de staart en we halen in het rechte stuk voor de haakse bocht naar links honderd zestig per uur. Heel even maar, maar toch lang genoeg. Ik denk nog even wat als we nu een klapband hebben maar het is al voorbij. Het heeft geen pijn gedaan.
2) Een song op een elpee: Stranded. From A-ma-zo-na to El-do-ra-do, laveert Ferry erg nadrukkelijk spellend tussen de lettergrepen door. Waarna gitaren enkele wanklanken voortbrengen, en de compositie met horten en stoten op gang komt. Op de hoes smacht het gestrande fotomodel: ze ligt languit op het gras, handrug tegen het voorhoofd, tanden zichtbaar in een kreunende mond; het rode kleed kleeft nat tegen het lijf waarvan de vormen te raden overlaten. (En op de achterkant zingt Ferry Frans in ‘Song for Europe’: tous ces moments / perdus dans l’enchantement / qui ne reviendront / jamais…)
3) Nostalgie kenmerkt de derde amazonische herinnering. Opnieuw bevind ik mij in zo’n Volvo, bouwjaar ergens eind de jaren zestig, dit keer is het geen pastoorsbeige maar een donkerblauwe. Onder de immense kap slikt, neen, zwelgt de motor a rato van twintig liter per honderd kilometer. X rijdt, zij komt nauwelijks boven het stuur uit, het chroom van het dashboard harmonieert met de kleur van de carrosserie. We deinen over de rijksweg, de eikenrijen snellen stroboscopisch aan ons voorbij. We hebben geen geld, we hebben geen liefde. En als er al liefde is, dan is het een onmogelijke. Het enige wat ons bindt, op dit moment, is het feit dat we samen in de Amazone zitten en dat we over de rijksweg deinen en dat we niets om te delen hebben, sauf le passé