dinsdag 1 juli 2025

boekverhaal 56

In deze rubriek heb ik het over door mij gelezen of in mijn bezit zijnde boeken waar een verhaal aan vasthangt of die iets bijzonders voor mij betekenen.


december 1989

EEN LAND OM IN TE VERDWALEN

Waar mijn eerste exemplaar naartoe is, weet ik niet. Misschien heb ik het van de hand gedaan omdat ik dacht dat het verouderd was en daarom niet meer kon dienen. Ik meen mij te herinneren dat er ooit, bij een zoveelste druk, een update is verschenen in de vorm van een toegevoegd hoofdstuk of met amenderingen in de tekst zelf – maar dat weet ik niet meer precies. Was het zo’n geactualiseerde versie die ooit in mijn bezit was? Ik weet het niet meer.

Wat ik nu wel weet, is dat gedateerdheid geen goed argument is om een boek als Het Belgisch labyrint van de hand te doen. Ik heb mij daarvan kunnen vergewissen omdat ik mij, met het oog op het schrijven van dit stukje, in de Oxfam een nog niet geactualiseerde want in hetzelfde jaar 1989 als de eerste druk verschenen tweede druk op de kop heb kunnen tikken. Voor 2 euro maar liefst.

Dat bedrag is welbesteed want alleen al de taal waarin Van Istendael zijn bevindingen heeft opgetekend en onderzoekingen heeft samengevat is zo uitzonderlijk mooi en meeslepend, dat ik nu moet erkennen dat het niet bewaren en niet eerder herlezen van dit prachtboek het gevolg is van een onvergeeflijke misvatting of nalatigheid.

Geert van Istendael, die zijn vaste job aan de staat (hij was tot 1993 journalist voor wat toen nog de BRT heette) inruilde voor een onzeker bestaan als freelance auteur en professionele knorpot/brombeer, heeft zijn eigen wijze van op fulminerend-entertainende manier over van alles en nog wat vanuit een zeer enthousiaste gedrevenheid en bezorgdheid misnoegd zijn. Ik heb de indruk dat hij nu – het zal de inmiddels gevorderde leeftijd wel zijn, GvI is van 1947 – stiller is geworden, maar er was een tijd dat hij de goegemeente op zeer regelmatige tijdstippen trakteerde op zijn stilistisch uitzonderlijk sterke ‘uitbarstingen’ tegen, bijvoorbeeld, de verloedering van het Nederlands, de afbraak van de sociale zekerheid, de verrommeling van het landschap. Van Istendael nam altijd een uitgesproken progressief standpunt in, al is hij anderzijds toch ook niet gespeend van een nostalgisch terugkijken naar betere tijden. Een van zijn essaybundels heet Bekentenissen van een reactionair. Van Istendael is geen belgicist maar zeker ook geen flamingant, al heeft hij begrip voor de oorspronkelijke drijfveren van de Vlaamse Beweging. Hij heeft een haat-liefdeverhouding met zijn land. Voor het gebied dat nu Vlaanderen wordt genoemd, Nederlandstalig België dus, is het volgens Geert van Istendael allemaal fout beginnen te lopen in 1585.

Het Belgisch labyrint kun je lezen als een ‘België verklaard voor Ollanders’. Maar evengoed kan het dienen voor de Belgen zelf die hun land beter willen doorgronden. Er bestaan zulke Belgen, al zullen de meeste Belgen redelijk onverschillig zijn ten aanzien van deze kwestie.

Het boek begint met een uitzonderlijk goed geschreven beknopt historisch overzicht: hoe in godsnaam is dat toevallige restland kunnen ontstaan? Uiteraard wordt ingegaan op het flamingantisme en op de jammerlijke ontsporingen daarvan in beide wereldoorlogen. Terechte colère, collaboratie, repressie, epuratie, de eis van amnestie – enfin, de hele keten van identiteitsbepalende historische elementen die nog altijd meespelen in de vaderlandse politiek waarin nationalisme en rancune een grote rol blijven spelen.

Maar Het Belgisch labyrint gaat over veel meer. Cultuur, taal(verloedering), ruimtelijke (wan)orde, de gewesten en gemeenschappen, de van de pot gerukte en volstrekt unieke politieke structuur, die op een ondoorzichtige manier blijkt te werken, enzovoort. Over dit kleine landje kan zeer veel worden verteld – en daarin is het groot.

Van Istendael schreef zijn meesterwerk – want dat is het! – in 1989. Achteraf bleek dat een scharnierjaar te zijn. Zowel internationaal als nationaal: België stond op het punt om op een elegante manier nog altijd niet uit elkaar te vallen. Het grote verschil tussen toen en nu is wellicht het feit dat Vlamingen ondertussen, zonder dat het land op papier, in wetten dus, is gesplitst, de facto in een ander land leven als die andere Belgen, die een andere taal spreken maar die voor het overige, in het sjoemelen en bricoleren en plantrekken, heel sterk op Vlamingen gelijken. We kennen elkaar niet meer – en al zeker niet op de intense, betrokken, goed gedocumenteerde en liefdevolle manier waarop Van Istendael zijn medelandgenoten kende.

In 1989 heette wat ooit Kongo was en nu Congo dient te worden genoemd nog Zaïre. In dat land woonden zwarte mensen die Van Istendael nog, zonder te moeten vrezen daarvoor op de vingers te zullen worden getikt, met het n-woord kon benoemen. En bij ons was de koning die al heel ons leven koning was nog in leven. Maar toen viel de Muur – Geert was erbij! – en bleek de geschiedenis dan toch niet, zoals sommigen beweerden, tot een eind te zijn gekomen. Wat is de wereld sindsdien veel veranderd! In elk geval in die mate dat elk provincialisme, regionalisme en zelfs nationalisme dat niet door een terechte emancipatorische eis wordt gemotiveerd, niet anders dan kortzichtig en/of enggeestig kan worden genoemd.

In de periode dat ik Van Istendaels boek las, was ik volop bezig een belangstelling te ontwikkelen voor het vraagstuk van het nationalisme. Ik las nog andere boeken, onder meer van Luc Huyse en Marc Reynebeau, en dat leidde tot een essay dat ik toen publiceerde en dat ik hier (zie link onderaan) naar de inmiddels digitale wereld heb getrokken: ‘Besmette begrippen. Pleidooi voor een aanvaardbaar nationalisme’.

Digitalisering, dat is wellicht een van de belangrijkste ontwikkelingen die zich vanaf 1989 hebben voltrokken. Dat en de sociologische fragmentering, de demografische diversifiëring, de secularisering van de samenleving en de economisering van alles. Ik veronderstel dat deze ontwikkelingen hun spoor hebben getrokken in een van de minstens vier actualiseringen van het boek, dat blijkens een recensie van Dirk Verhofstadt in 2011 al aan zijn zeventiende druk toe was.


Geert van Istendael, Het Belgisch labyrint, 1989
https://pascaldigital.blogspot.com/2008/07/besmette-begrippen.html
http://www.liberales.be/boeken/gvi