lezen (update 241121)

schrijven

maandag 16 juni 2025

boekverhaal 53

In deze rubriek heb ik het over door mij gelezen of in mijn bezit zijnde boeken waar een verhaal aan vasthangt of die iets bijzonders voor mij betekenen.


juni 1989

AANGEKONDIGD

Op de dag dat ze hem zouden vermoorden, stond Santiago Nasar om 5 uur 30 ‘s morgens op.’

Straffe verhalen moeten het zijn, deze waarin al in de beginzin de ontknoping wordt weggegeven. Zo bekeken is Kroniek van een aangekondigde dood zeker en vast een van de allerstrafste verhalen. (En nu ik die eerste zin overschrijf, besef ik opeens dat er, gezien het uur van opstaan, wel enige gelijkenis valt te noteren tussen deze Santiago Nasar en mijzelf, waarbij ik meteen in overweging neem dat ik er, alle op statistiek gebaseerde probabiliteit in acht genomen, alsook het feit dat ik zelfs mijn ergste vijanden niet in staat acht het de moeite waard te vinden mij nog voor de volgende nacht neer te leggen, wel redelijk zeker van mag zijn dat mijn dag minder tumultueus zal verlopen.)

De bravoure van meester-verteller Gabriel García Márquez zit zelfs al in de titel van zijn novelle vervat, natuurlijk. Hij geeft zichzelf de opdracht om de spankracht van zijn verzinsel niet te laten afhangen van het ongewisse van de uitkomst. Zijn verteller weet alles. Hij weet hoe die dag, waaraan Santiago Nasar is begonnen, zal aflopen want hij tekent alle gegevens op uit de mond van Plácida Linero, de moeder van Santiago, die ‘de details van die onaangename maandag’ ‘zevenentwintig jaar later’ ophaalt.

Wat een understatement, dat adjectief ‘onaangenaam’. Ook dat is – naast de bravoure, de meeslepende verteltrant en de precieze dosering waarmee hij zijn opdracht tot een goed einde brengt, vintage Márquez.

De clou van dit boek ligt dus niet in het wat maar in het hoe. Wat Márquez klaarspeelt, is fenomenaal. Op het eind van dit uiterst geserreerde boek – een mindere schrijver had met gemak drie keer meer bladzijden nodig gehad om hetzelfde te zeggen – houdt hij de lezer nog altijd in spanning nopens het zich al dan niet voltrekken van de wandaad. Talloos zijn de plaatsen waar je kunt zeggen: kijk, hoe hij hier de spanning opvoert. Het spreken over de voortekenen van dromen, het kraaien van de hanen, een brief met een ongetwijfeld belangrijke inhoud die niet wordt opgemerkt en op de grond blijft liggen, iemand die zegt van Nasars tegenspeler Bayardo San Román dat hij ‘op de duivel’ lijkt, enzovoort.

Ook straf is dat Márquez pas naar het einde toe laat doorschemeren dat het hier om een op werkelijke feiten gebaseerde fictie gaat. Steeds nadrukkelijker wordt de vermenging tussen feit en fictie gethematiseerd. Márquez lijkt aan te geven hoe dun de grens tussen beide wordt wanneer de gebeurtenissen zo onwaarschijnlijk zijn, maar daarom niet minder reëel, dat de schrijver ze als fictie móet voorstellen om ze in de ogen van de lezer waarschijnlijk te maken.

Op een filosofisch niveau zou je kunnen stellen dat, zoals wel vaker bij Márquez, Kroniek van een aangekondigde dood gaat over de onlogische wendingen die het lot in het leven neemt en, bij uitbreiding, over het leven zelf – want wat is dat anders dan een opeenvolging van rare feiten die, hoe ze ook verlopen, onvermijdelijk op de dood uitdraaien? Elke dood is aangekondigd. Met de aanwezigheid in de titel van dat adjectief, ‘aangekondigd’, levert Márquez een mild-ironische commentaar op onze onuitroeibare neiging om te leven alsof we niet zullen sterven.

Márquez is overigens, behalve een groot verteller, ook een expert in het bedenken van goede titels. Deze Kroniek is spreekwoordelijk geworden, volledig losgezongen van de oorsprong. Welke minder geïnspireerde sportjournalist heeft het al niet eens gehad over de kroniek van een aangekondigde strafschoppenreeks? Ook Honderd jaar eenzaamheid is een prachttitel, een die iedereen kent en onthoudt. Idem voor Liefde in tijden van cholera, een titel die in allerlei variaties blijft opduiken. Denk maar aan Liefde in tijden van eenzaamheid. Bijvoorbeeld. Eigenlijk is zelfs de wending ‘… in tijden van …’ Márqueziaans.

Of neem De kolonel krijgt nooit post. Er is een periode in mijn leven geweest – nu, met het verdwijnen van papieren missives en de vrijwel totale ontmanteling van Tante Post, definitief voorbij – dat ik een lege brievenbus, na het passeren van de toen nog klokvaste facteur, becommentarieerde met het ironisch vermelden van de titel van die korte roman.


Gabriel García Márquez, Kroniek van een aangekondigde dood (1981; vertaling 1981 door Mariolein Sabarte Belacortu van Crónica de una muerte anunciada)

Dit stukje is ten dele gebaseerd op deze korte recensie: https://pascaldigital.blogspot.com/2009/05/dag-612-vvh.html.