fragment uit Het maaiveld
In dit hoofdstuk over voorwerpen die uit mijn bezit zijn verdwenen zonder een spoor te hebben achtergelaten, vul ik met twee puzzels een laatste paragraaf. De eerste puzzel stelde een Brits landhuis voor met een rieten dak en veel bloeiende struiken en potplanten in het ommuurde voortuintje. De puzzel telde 250 stukken. 249 om precies te zijn, want er ontbrak een stuk. Het is dan ook bij één keer nagenoeg volledig uitleggen gebleven – want zeg nu zelf: wie wil een puzzel maken die nooit volledig zal zijn? De tweede puzzel telde duizend stukken en was nog compleet. De voorstelling bevatte heel veel blauw: de lucht was blauw, de bergen waren blauw, het meer was blauw – er was zoveel blauw dat ik op een gegeven moment overwoog om opnieuw te beginnen, met alle stukjes omgekeerd. Dat zou een egaal grijs hebben opgeleverd, maar het kwam mij voor dat die grijze puzzel in elkaar passen niet zoveel moeilijker kon zijn dan dat uitzicht op een Italiaans meer met massa’s water, lucht en blauwige bergen.